Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1. Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2. Onder Snelkoppelingen houdt u
Wi-Fi-instellingen weer te geven.
3. Raak de Wi-Fi-schakelaar aan om Wi-Fi in te schakelen. Vervolgens zoekt uw
telefoon naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en geeft deze weer.
4. Raak het Wi-Fi-netwerk aan waar u verbinding mee wilt maken. Als het
Wi-Fi-netwerk gecodeerd is, voert u het wachtwoord in wanneer u daarom wordt
gevraagd.
Mobiele gegevens inschakelen
1. Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2. Onder Snelkoppelingen raakt u
Wanneer u geen toegang tot internet nodig hebt, schakelt u mobiele gegevens
uit om batterijvermogen te besparen en het gegevensgebruik te verminderen.
aangeraakt om het scherm met
aan om mobiele gegevens in te schakelen.
5