Probleem
Het scherm van de bediening licht niet
op.
De kamertemperatuur verschilt van de
temperatuur die het toestel aangeeft.
Het toestel verwarmt niet.
Het toestel verwarmt continu.
Het toestel verwarmt niet voldoende.
De buitenkant van het toestel is zeer
warm.
Op de muur rond het toestel verschijnen
vuilsporen.
Het Menu Expert is niet toegankelijk.
Het toestel volgt het interne programma
niet.
Foutopsporing
Controleer
Controleer of de schakelaar op de achterkant van het toestel op
positie I staat.
Controleer of het toestel stroom krijgt.
U moet minstens 6 uur wachten opdat de temperatuur zich
stabiliseert.
Het is mogelijk dat u, afhankelijk van uw installatie, een andere
temperatuur krijgt in de ruimte dan diegene die het toestel
weergeeft (een verschil van 0,5°C is normaal). Raadpleeg in dit geval
het "Menu Expert", "Ijking T°".
Controleer of uw radiator wel degelijk in de Comfortmodus staat.
Als u in een programma zit, controleer dan of het programma op
Comfortmodus staat en of het systeem voor belastingafschakeling
(als u dat heeft) de stroomtoevoer niet heeft uitgeschakeld.
Controleer of de ruimtetemperatuur niet hoger ligt dan de ingestelde
temperatuur anders verwarmt het toestel niet.
Controleer of het toestel niet in de tocht staat (open deur in de buurt,
koude tochtstroom via de aansluitdoos aan de achterkant van het
toestel) of dat de temperatuurinstellingen niet gewijzigd werden.
Er kan een storing zijn opgetreden in het stroomnet. In geval van
problemen (geblokkeerde thermostaat...), zet u gedurende een
tiental minuten de stroomtoevoer uit (zekering, stroomonderbreker)
en dan weer aan.
Wanneer dit regelmatig voorkomt, moet u de elektriciteitstoevoer
laten nakijken door uw energiedistributeur.
Verhoog de temperatuurinstelling met de toets ▼ (raadpleeg
hoofdstuk "Temperatuur instellen").
Indien ingesteld op maximum, controleer volgende punten:
- Controleer of er een andere warmtebron aanwezig is in de ruimte.
- Controleer of uw toestel enkel deze ruimte verwarmt (deur sluiten).
- Laat de voedingsspanning van uw toestel nakijken.
- Controleer of het vermogen van uw toestel geschikt is voor de
grootte van de ruimte (bij een plafondhoogte van 2,50m raden wij
gemiddeld 100 W/m2 aan of 40W/m3).
Het is normaal dat uw toestel tijdens de werking warm is, de
maximale oppervlaktetemperatuur is wettelijk begrensd. Als u echter
van mening bent dat uw toestel te heet is, moet u controleren of het
vermogen geschikt is voor de oppervlakte van het vertrek (bij een
plafondhoogte van 2,50m raden wij 100 W/m2 of 40W/m3 aan)
en of het toestel niet in de tocht staat waardoor de regeling wordt
verstoord.
In een vervuilde omgeving kunnen vuile plekken verschijnen aan
de luchtuitlaat van het toestel of op de muur. Dit komt door een
slechte luchtkwaliteit in de ruimte (sigarettenrook, kaarsen, wierrook,
open haard, ...). Wij raden daarom aan te zorgen voor een goede
verluchting van de ruimte (ventilatie, luchttoevoer, enz....).
U heeft een PIN-code geregistreerd. U moet uw code ingeven om
toegang te krijgen tot het menu Expert (zie hoofdstuk Menu Expert).
Controleer of datum en tijd zijn ingesteld.
Controleer of het toestel in de PROG-modus staat en dat het interne
programma geselecteerd is.