•
Als het programma niet is gestart, schakelt
u het apparaat in en uit.
•
Als het programma of het aftellen van de
uitgestelde start loopt, houdt u de aan/uit-
toets 3 seconden ingedrukt.
Naar gebruikersmodus
Zorg dat het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
Houd, om naar de gebruikersmodus te gaan,
tegelijkertijd
en
indicatielampjes
het volgende op het display verschijnt: - -.
DE WATERONTHARDER
De waterontharder verwijdert mineralen van de
watertoevoer die een nadelige invloed hebben op
de wasresultaten en het apparaat.
Waterhardheid
Duitse hardheid
(°dH)
47 - 50
43 - 46
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 14
4 - 10
<4
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
Stel ongeacht het gebruikte soort wasmiddel
het juiste waterhardheidniveau in om de
bijvulindicator voor zout geactiveerd te
houden.
Multivaatwastabletten die zout
bevatten zijn niet effectief genoeg als
waterontharder.
Regeneratieproces
ingedrukt tot de
,
en
knipperen en
Franse hardheid
(°fH)
84 - 90
76 - 83
65 - 75
51 - 64
40 - 50
33 - 39
26 - 32
19 - 25
7 - 18
<7
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen, des te
harder is het water. De waterhardheid wordt
gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen.
De waterontharder moet worden afgesteld op de
hardheid van het water in uw woonplaats. Uw
waterleidingbedrijf kan u informeren over de
hardheid van het water in uw woonplaats. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor de
waterontharder in te stellen voor goede
wasresultaten.
Clarke-hard-
mmol/l
heid
8,4 - 9,0
58 - 63
7,6 - 8,3
53 - 57
6,5 - 7,5
46 - 52
5,1 - 6,4
36 - 45
4,0 - 5,0
28 - 35
3,3 - 3,9
23 - 27
2,6 - 3,2
18 - 22
1,9 - 2,5
13 - 17
0,7 - 1,8
5 - 12
<0,7
Voor de juiste werking van de waterontharder moet
de hars van de ontharder regelmatig worden
geregenereerd. Dit proces is automatisch en maakt
deel uit van de normale vaatwasmachinewerking.
Wanneer de voorgeschreven hoeveelheid water (zie
waarden in de tabel) is gebruikt sinds het vorige
regeneratieproces, wordt een nieuw
regeneratieproces gestart tussen de laatste
spoeling en het einde van het programma.
Wateronthardingsni-
veau
< 5
10
9
8
7
6
1)
5
4
3
2
2)
1
9