Om de montage van de ladderdelen zonder arretering te vergemakkelijken kan een mon-
tagehulp (bestelnr. 23206) gebruikt worden die verhindert dat de ladderdelen onvrijwillig
samenklappen.
De montagehulp (5.0) wordt aan de tweede ladder van boven bevestigd. Daarbij doet
deze als eindblokkering dienst, aldus verhinderend dat het opvangtoestel onvrijwillig uit de
geleidingsrail rijdt.
Fig. 12
Opgepast:
De rode kunststof band (zie afb. 9/Detail 4.0) mag met het opvangapparaat pas dan
overreden worden wanneer het volgende deel van de ladder:
• met het koppelingstuk vastgeschroefd is en
• met minstens één bevestigingsbeugel op het bouwwerk bevestigd is.
Andere ladderdelen worden, zoals beschreven, boven aangebracht en op de beschreven
aard en wijze bevestigd.
Tijdens de montage nooit met het opvangapparaat over de laatste bevestigingsbeugel
rijden die bijna met het bouwwerk verbonden is. (de punten B 13/B14 in acht nemen).
Aan uit bovenste uiteinde van de stijgweg moet een vaststaande eindblokkering (bestelnr.
23205) of een stijgblokkering boven (bestelnr. 23260) aan de geleidingsrail (1.0) gemon-
teerd worden.
De eindblokkering (6.0) verhindert in het algemeen dat de geleidingsrail (1.0) met het
opvangapparaat verlaat. De stijgblokkering boven (7.0) verhindert dat het opvangapparaat
verkeerd aangebracht wordt en onvrijwillig naar beneden kan vallen. Voor de montage
moeten 2 gaten met ø 8,5 mm in de geleidingsrail geboord worden (zie afb. 13b).
www.honeywellsafety.com
16