Samenvatting van Inhoud voor Honeywell MILLER 23193
Pagina 1
Handleiding voor montage en onderhoud Schaarladder PivotLoc, aluminium Stijgveiligheidsinrichting Type Söll GlideLoc® EN 353-1:2014+A1:2017 Ref./Part No. als opstijgveiligheid 23193/23281 als complete stijgweg ZALKLAPP www.honeywellsafety.com...
Pagina 2
Inhould A Algemeenheden B Montage C Gebruik D Keuring en afname E Schroefverbindingen en borging F Onderhoud G Controlelijst H Inspecties en reparaties www.honeywellsafety.com...
Pagina 3
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK - GOOI ZE NIET WEG! Verklaring van symbolen Gevaar! Onjuiste of onzorgvuldige behandeling kan ongevallen veroorzaken die leiden tot vallen, met letsels of zelfs de dood tot gevolg. Waarschuwing! Niet-naleving kan leiden tot ernstige letsels. Belangrijk! Hier vindt u nuttige informatie en gebruiksaanwijzingen.
Pagina 4
Diese Anleitung ist vom Betreiber der Anlage auf Verlangen dem Hersteller des Steigschut- zsystemes (Honeywell Fall Protection Deutschland GmbH & Co. KG oder einem von ihr autorisierten Händler) vorzulegen. Voor het gebruik van dit valbeveiligingssysteem dient de gebruikshandleiding voor het over- eenkomstige valstopapparaat van Söll in acht te worden genomen.
B Montage De montageset bestaat uit: a) schaarladder als opstijgveiligheid - een ladderdeel, L = 2,911 m/2.855 m (bestel-nr. 23193 in verbinding met een aluminium ladder/23281 in verbinding met een stalen ladder) - naargelang de positie van de bevestigingspunten 2 of 3 bevestigingsbeugels, die op een afstand van max.
Pagina 6
Voor de montage moeten de delen van de ladder van vuil – vooral op de verbindingsvlak- ken – ontdaan worden. De delen van de ladder mogen niet in contact komen met cement, mortel of soortgelijke materialen. Mortelresten moeten meteen verwijderd worden. Vooral de loopvlakken voor de vanginrichting, die zich aan de binnen- en buitenkant van de leirail bevinden, moeten zuiver zijn.
Pagina 7
B13. Opgepast: Bij een bevestigingsafstand van 1120 mm kan de montage zonder stellage direct vanaf de ladder gebeuren. De monteur gebruikt hiervoor een opvangriem en een opvangapparaat. Om beveiligd te zijn tegen een eventuele verwijdering van het opvangapparaat uit de geleidingsrail, of tegen een eventuele val door een doorbuigende ladder moet de monteur zich steeds met een veiligheidskabel met valdemper in overeenstemming met En 354/355 of een arreteer- kabel in overeenstemming met EN 358 in overeenkomstig met Afb.
Pagina 8
B15. Voor de montage van de ladderdelen op de werf worden de bevestigingsbeugels (2.0) op de draaipunten van de sporten (1.2) op een afstand van max. 1680 mm bevestigd. Belangrijk: Elk deel van de ladder moet met minstens één bevestigingsbeugel gemonteerd worden. Opmerking: Uit de ervaring van meerdere jaren van montagefirma’s resulteren de volgende aanbevelingen:...
Pagina 9
Fig. 3 a) Schaarladder als opstijghulp Bij een max. bevestigingsafstand van 1.680 m kan de schaarladder op het begin van de stijgweg met 2 bevestigingsbeugels bevestigd worden. www.honeywellsafety.com...
Pagina 10
Fig. 4 b) Schaarladder als complete stijgweg max. bevestigingsafstand 1.680 m www.honeywellsafety.com...
Pagina 11
Aantrekkoppels: B16. Voor het aantrekken van de bevestigingsschroeven staal – kwaliteit 8.8 in verbinding met de meegeleverde tandschijf raden wij als aantrekkoppel aan: Bij: M 10 M 12 M 16 M 20 20 Nm 25 Nm 60 Nm 120 Nm Voor het aantrekken van de bevestigingsschroeven edelstaal ) 1.4571 in verbinding met de meegeleverde zelfborgende zeskantmoer DIN 985 raden wij als aantrekkoppel aan: Bij:...
Pagina 12
Fig.5/6/7/8 B17. Montage van de schaarladder als opstijghulp Het deel van de schaarladder met het koppelingsstuk (3.0) naar boven wijzend aan- brengen en de bevestigingsbeugels (2.0) losjes op het bouwwerk vastschroeven. Het ladderdeel loodrecht uitlijnen en de schroeven aantrekken. Verzeker dat de noodzakelijke schroefarretering (zie deel E) gebruikt wordt.
Pagina 13
Het eerste te monteren deel van de aluminium ladder met de voorgemonteerde bevestigings- beugels tegen het bouwwerk plaatsen, loodrecht tegen het reeds gemonteerde deel van de schaarladder plaatsen en bevestigen. Fig. 7 De palschroef (3.1) van het koppelingstuk (3.0) van achteren inschroeven. Fig.
Pagina 14
Fig.9/10/11/12/13a en 13b B18. Montage van de schaarladder als complete stijgweg Het 1ste ladderdeel (bestelnr. ZALKLAPP-lengte van de ladder in mm)-A) van de schaar- ladder met de rode kunststof band (4.0) naar boven wijzend tegen de mast plaatsen en de bevestigingsbeugels (2.0) losjes op het bouwwerk vastschroeven. Het ladderdeel loodrecht uitlijnen en de schroeven aantrekken.
Pagina 15
Het volgende te monteren deel tegen het bouwwerk plaatsen en loodrecht tegen het reeds gemonteerde 1 deel van de ladder plaatsen. Fig. 10 De geleidingsrails en de zijbomen met de meegeleverde zeskantschroeven M6 (met Uschijven en zelfborgende moeren) vastschroeven.n. Fig. 11 www.honeywellsafety.com...
Pagina 16
Om de montage van de ladderdelen zonder arretering te vergemakkelijken kan een mon- tagehulp (bestelnr. 23206) gebruikt worden die verhindert dat de ladderdelen onvrijwillig samenklappen. De montagehulp (5.0) wordt aan de tweede ladder van boven bevestigd. Daarbij doet deze als eindblokkering dienst, aldus verhinderend dat het opvangtoestel onvrijwillig uit de geleidingsrail rijdt.
Pagina 17
Opgepast! De vaststaande eindblokkering (6.0) in het 2 langsgat van boven zodanig monteren dat beide benen (6.1) de geleidingsrail (1.0) van de voorkant omvat. De stijgblokkering boven (7.0) aan de linkerkant (bout naar links wijzend) van de geleidingsrail (1.0) monteren. Fig.
Pagina 18
B19. Minimum spleetbreedten: Montageaanbevelingen (geldig voor ladders uit aluminium, staal en edelstaal): - Bij positieve omgevingstemperaturen, spleetbreedte 2 mm - Bij positieve omgevingstemperaturen, spleetbreedte 3 mm - Bij herhalingstesten moet verzekerd worden dat de max. spleetbreedte van 5 mm (onafhankelijk van de omgevingstemperaturen) niet overschreden wordt. B20.
Pagina 19
Fig.14 Opgepast: B21. Wanneer de stijging op een stellage eindigt dan moet in overeenstemming met BGV D 36 de geleidingsrail minstens 1000 boven de bovenkant van de stellage geplaatst worden. Omwille van statische redenen moet de geleidingsrail van de ladder bij een uitstekende afstand op het uiteinde van de ladder van meer dan 380 mm, gerekend vanaf de laatste bevestigingsbeugel, versterkt worden.
Pagina 20
C Gebruik Opmerking: Binnen de eerste 2 m van de stijging moet u zeer voorzichtig zijn tijdens het stijgen en dalen, omdat eventueel niet verhinderd kan worden dat de gebruiker op de bodem valt. Voor en tijdens het gebruik moet overlegd worden hoe reddingsmaatregelen op een veilige en efficiënte manier doorgevoerd kunnen worden.
Pagina 21
Fig.15 Het inhangslot (8.1) openen en uit de boring van de vergrendeling (8.0) verwijderen. De vergrendeling (8.0) uit de geleidingsrail (1.0) trekken. Fig.15 www.honeywellsafety.com...
Pagina 22
Fig. 16 Door aan de rastbout (1.6) te trekken, de schaarladder ontgrendelen en met behulp van de handgreep (1.7) de schaarladder openklappen tot de rastbout (1.6) in het langsgat van de arretering (1.4) terug vergrendeld wordt. Fig. 16 Opmerking: De rastbout (1.6) is correct in de arretering (1.4) bevestigd wanneer hij van voren een beetje uit het langsgat van de arretering (1.4) steekt.
Pagina 23
Fig.17 De schaarladder moet in geopende staat door middel van de vergrendeling (8.0) afgesloten worden. Daarvoor wordt de vergrendeling (8.0) van links in de onderste langsgaten van de geleidingsrail (1.0) boven de 2de sport gestoken en door middel van het hangslot (8.1) gearreteerd.
Pagina 24
C 5. Het opvangtoestel boven de uitsparing in de geleidingsrail plaatsen en op de gewone wijze naar boven gaan. C 6. Bij het samenklappen van de schaarladder wordt de vergrendeling uit de geleidingsrail verwijderd. Nadat aan de rastbout getrokken is wordt met behulp van de handgreep de ladder samengeklapt tot de rastbout in de boring van de geleidingsrail insluit.
D Keuring en afname Fig. 18 Bij de afname moet op de volgende punten gelet worden: • De ladder moet eenvoudig open- en dichtgeklapt kunnen worden. Bij meerdere ladderdelen moet absoluut op een loodrechte montage gelet worden. • Elk deel van de ladder moet met minstens één bevestigingsbeugel gemonteerd worden. (bij de schaarladder als bestijgveiligheid zijn naargelang de bevestigingsafstand 2 resp.
Schroefverbindingen en borging Bij staalschroeven, vuurverzinkt is door de meegeleverde tandschijf de schroefarretering verzekerd. Bij edelstaalschroeven wordt als arreteerelement een zelfborgende speciale moer gebruikt. Onderhoud Opgelet: De stijgveiligheidsinrichting mag niet gebruikt worden wanneer gebreken herkenbaar zijn of wanneer er twijfel over de veilige staat bestaat. Deze mag niet gebruikt worden tot een deskundige akkoord gaat met het verdere gebruik.
Pagina 27
15. Opmerking: Gebruik alleen met harnas EN 361 en Fig. 5.1 - Identificatieplaatje Söll-valbeschermer EN 353-1 voor gebruik in Söll GlideLoc-systemen (Let op: een combinatie met elementen of onderdelen van andere fabrikanten is niet gegarandeerd door Honeywell Fall Protection Deutschland GmbH & Co. KG). www.honeywellsafety.com...
Pagina 28
G Controlelijst voor de afname van Söll-stijgveiligheidssystemen stijgveiligheidsinrichting Type „GlideLoc™“ als opstijgveiligheid Best-Nr. 23193/23281 als complete stijgweg Best-Nr. ZALKLAPP De controlelijst pag. 28-30 moet door de werfleider van het montagebedrijf volledig ingevuld worden met een onuitwisbare stift. De werfleider van het montagebedrijf is verantwoordelijk voor de juistheid van de verstrekte informatie. Controlepunten die op een tekortkoming duiden, moeten in de controle- lijst op pagina 30 vermeld worden. Controlewerkzaamheden Controlemerkteken Controlemerkteken...
Pagina 29
Controlemerkteken Controlemerkteken nein Alleen voor schaarladder als opstijgveiligheid: • Het ladderdeel is naargelang de bevestigingsafstand met 2 resp. 3 bevestigingsbeugels gemonteerd. Alleen voor schaarladder als complete stijgweg: • Het 1ste ladderdeel met arretering/uitsparing werd op het begin van de stijgweg gemonteerd. •...
Pagina 30
Objekt: _________________________________ Eigenaar: ______________ Eigenaar: ________________ Straat: ______________ Straat: ________________ Plaats: ______________ Plaats: ________________ Telefoon: ______________ Telefoon: ________________ Fax: ______________ Fax: _________________ Overhandigd aan: _____________________________ (Eigenaar of diens aangestelde) Naam Handtekening Werfleider van de montagefirma: _____________________________ Naam Handtekening Plaats: ________________ Datum:________________ Fouten, onregelmatigheden, afwijkingen van de controlelijst moeten hieronder ingevuld worden. Opmerkingen Naam deskundige Handtekening...
H Inspecties en reparaties Jaar van fabricage: Type benamingen/norm: Aankoopdatum: Serienummer: Datum van eerste gebruik: Datum Reden voor Schade bepaald, reparaties Naam en hand- Datum van de werken op het uitgevoerd en andere tekening van de volgende systeem belangrijke details inspecteur/ reguliere reparateur...