Brandstof
WAARSCHUWING
GEBRUIK ALLEEN DIESEL BRANDSTOF.
zwavelgehalte of ultra laag zwavelgehalte in V.S.
en Canada.
Vul de tank
met schone en verse brandstof.
tank:
57 l voor Codes Vantage® 400: 11296, 11297 en voor
Codes VANTAGE® 500 11299 en lager.
75,7 l voor Codes Vantage® 400: 11463, 11464 en voor
Codes VANTAGE® 500 hoger dan 11299.
Wanneer de meter aangeeft dat de tank leeg is, zit er nog
ongeveer 7,6 l reserve in.
Let Op: Op het voorfilter/neerslagfilter zit een brandstofkraan.
die gesloten moet worden als de machine gedurende langere
tijd niet gebruikt wordt.
Koelsysteem
Koellucht voor de motor wordt aan de zijkant aangezogen en
via de radiator en achterzijde weer uitgeblazen. Het is
belangrijk dat de luchtinlaat en luchtuitlaat niet beperkt wordt.
Voorzie een speling van minstens 305mm voor de Codes
VANTAGE® 400, en 600mm voor de Codes VANTAGE® 500
aan de achterzijde en 406mm aan elke zijde van de basis tot
een verticaal oppervlak.
Aansluiting Accu
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met de elektrolytische vloeistof want het
is een krachtig zuur dat brandwonden kan veroorzaken aan de
huid en ogen.
De VANTAGE machines komen af fabriek met de massakabel
afgekoppeld. Verzeker u ervan dat de RUN-STOP schakelaar
in de STOP positie staat. Verwijder de twee schroeven van de
batterijlade m.b.v. een schroevendraaier of sleutel van 10mm.
Maak de negatieve batterijkabel vast aan de negatieve
batterijlklem en zet vast met een sleutel van 13mm of een
moersleutel.
Let Op: De machine is voorzien van een "natte" accu. Indien de
machine / accu niet gedurende een langere tijd gebruikt wordt,
kan het nodig zijn deze voor gebruik extra op te laden. Let bij
het laden van de batterij op de correcte polariteit. (Zie Batterij in
"Onderhoud")
Uitgang Uitlaat
Gebruik de bijgeleverde klem om de uitlaatpijp aan de uitgang
te bevestigen en in de gewenste uitblaaspositie te brengen. Zet
vast met een sleutel of moersleutel van 14mm.
Vonkenvanger
Sommige federale, lokale of nationale wetgevingen bepalen dat
benzine- of dieselmotoren uitgerust zijn met vonkenvangers
wanneer ze gebruikt worden op plaatsen waar vrije vonken
brandgevaar kunnen inhouden. De standaard uitlaat in deze
machine is niet gekwalificeerd als vonkenvanger. Indien een
vonkenvanger vereist is door de lokale wetgevingen, moet een
K903-1 vonkenvanger geïnstalleerd en correct in stand
gehouden worden.
WAARSCHUWING
Een verkeerde vonkenvanger kan leiden tot schade aan de
motor of een ongunstige weerslag hebben op de prestaties.
Nederlands
Afstandsbediening
De Vantage
pinnen. De 6-pin connector is voor het aansluiten van de K857-
1 afstandbediening of voor bij het TIG-lassen, de K870
voetbediening of K963-3 handbediening. In de modus CC-
STICK, ARC GUTSEN of CV-WIRE en wanneer er een
Brandstof laag
afstandbediening is aangesloten op de connector met 6 pinnen,
herkent de machine de afstandbediening en schakelt deze
automatisch over van de Regeling OUTPUT de lasser naar de
afstandbediening.
De inhoud van de
In de modus DOWNHILL PIPE en wanneer er een
afstandbediening aangesloten is op de connector met 6 of 14
pinnen, stelt men met REGELING OUTPUT de
maximumwaarde in die de AFSTANDSBEDIENING regelen
kan.
Voorbeeld: Wanneer de REGELING OUTPUT op de lasser
ingesteld is op 200 amp zal de stroomwaarde van de
AFSTANDSBEDIENING 40-200 amp bedragen in de plaats van
de volledige 40-300 amp. Elke
volle vermogen ligt zal zorgen voor een fijnere stroomresolutie
en een fijnere afstelling van de output.
Gedurende het DC- TIG Lassen én wanneer er een
afstandbediening aangesloten is, stelt met Regeling Output de
maximum waarde in die de afstandbediening regelen kan.
Deze 14-Pin connector wordt gebruikt om een
draadaanvoerapparaat op aan te sluiten. Wanneer er in de CV-
WIRE mode, een besturingskabel is aangesloten op deze
connector herkent de machine automatisch de
draadaanvoerkoffer en schakelt de machine de knop output
control buiten werking en wordt de spanningsregeling van de
koffer actief.
LET OP: Wanneer een draadtoevoerinrichting met ingebouwde
lasspanningsregeling aangesloten is op de connector met 14
pinnen, dan mag niks aangesloten worden op de connector met
6 pinnen.
Elektrische aansluitingen
Aarding machine
Omdat deze draagbare motoraangedreven lasmachine zijn
eigen energie opwekt is het niet noodzakelijk deze te aarden,
tenzij de generator aangesloten wordt op een bestaande
elektrische installatie (bv: woonhuis, winkel, werkplaats, enz).
Om gevaarlijke elektrische schokken te voorkomen, moeten
andere uitrustingen waaraan deze lasmachine energie levert:
Wanneer deze lasmachine gemonteerd is op een vrachtwagen
of oplegger, moet het frame elektrisch verbonden worden met
het metalen frame van het voertuig. Gebruik een #8 of grotere
koperen draad aangesloten tussen de aardaansluiting van de
machine en het frame van het voertuig. Wanneer deze
lasmachine aangesloten is op de bedrading in de vestiging, in
huis of in een winkel, moet het frame aangesloten zijn op de
aardingsinstallatie van het systeem. Zie de verdere instructies
voor de aansluiting in het deel "Standby
Vermogensaansluitingen" en het artikel betreffende de aarding
in de meest recente nationale en lokale elektrische wetgeving.
Over het algemeen geldt dat als een machine geaard moet
worden, dit moet plaatsvinden met een koperen draad van #8 of
meer die aangesloten wordt op een stevige aarding zoals een
metalen waterleiding die minstens 3 meter in de bodem gaat en
geen geïsoleerde verbindingen heeft, of de metalen structuur
van een gebouw dat op efficiënte manier geaard is.
8
is
uitgerust met een connector met 6 pinnen en 14
stroomwaarde
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Geaard worden aan het frame van de lasmachine m.b.v.
een geaarde stekker of dubbel geïsoleerd worden.
Aard de machine niet aan een leiding die explosief of
brandbaar materiaal bevat.
die onder het
Nederlands