Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandboek
2.8.
DOOIMOGELIJKHEDEN
Automatisch dooien
Het dooien vindt volautomatisch plaats door de elektronische thermostaat.
In de fabriek begint het apparaat in regelmatige intervallen (model afhankelijk) te dooien. De duur van een dooifase
wordt door de dooisensor beperkt. Gedurende deze periode brandt in het display links de middelste LED. Nadat het
dooien heeft plaatsgevonden start de koelmodus automatisch.
Manueel dooien
Door te drukken op de OPEN-toets (zoals in hoofdstuk 3.2 beschreven) kan het dooien te allen tijde worden gestart.
Als nadat er op de OPEN-toets gedrukt is de LED begint te knipperen, werd de ingevoerde functie herkend. Het dooien
start automatisch na enkele minuten. Tijdens het dooien brandt het betreffende LED-lampje continu.
2.9.
STORINGEN EN OORZAKEN
Controleer de hieronder vermelde punten en neem contact op met uw leverancier of vakhandelaar indien dit niet leidt
tot oplossing van het probleem.
DEFECT
Het apparaat functioneert
niet.
DEFECT
De producten bereiken niet
de gewenste temperatuur
Geldig vanaf Mei 2018
MOGELIJKE OORZAKEN
Stroomvoorziening onderbroken
Geen spanning op het stopcontact
Elektronica verkeerd afgesteld of
display donker
MOGELIJKE OORZAKEN
Ventilatiegleuven in het apparaat zijn
bedekt/met product geblokkeerd
Te veel/te warme levensmiddelen
Ingestelde temperatuur te hoog
Omgevingstemperatuur in de ruimte
te hoog (meer dan 25 °C)
Inwerkende treklucht van buitenaf
stoort de circulatie van de kou-
de lucht (overwegend bij open
apparaten)
Condensor verontreinigd
Verdamper zit onder ijs
Storing koelaggregaat/koelcompo-
nenten/koelcircuit defect
Technische wijzigingen voorbehouden
OPLOSSING
Controleren of de randaardestekker correct
zit (netstekker).
Controleren of de zekeringen in tact zijn
Servicetechnicus inschakelen.
OPLOSSING
Vrij maken van ventilatiegleuven (zie hoofd-
stuk 3.3)
Product voorkeulen (zie hoofdstuk 1.8), vrij
maken ventilatieopeningen (zie
hoofdstuk 2.7).
Instellen gewenste temperatuurwaarde
(zie hoofdstuk 3.2.2)
Stel de airco in de ruimte in
(zie hoofdstuk 1.8).
Plaatsingslocatie niet met sterke tocht-
lucht, voorschriften volgens hoofdstuk 1.8
dienen te worden nageleefd.
Reiniging met stofzuiger (zie hoofdstuk
3.4.5).
Manueel dooien opstarten (zie hoofd-
stuk 2.8) of apparaat enkele uren lang
uitschakelen.
Controle:
Visuele controle of verdamper van ijs ont-
daan is, anders het dooien herhalen!
Servicetechnicus inschakelen
19
Advertenties
Inhoudsopgave
