DDC/CI
ENABLE/DISABLE (Inschakelen/Uitschakelen): Hiermee zet u de tweezijdige communicatie en
bediening van de monitor ON (Aan) of OFF (Uit).
PING
Bevestig de reactie door te communiceren met het vooraf ingestelde IP-adres.
IP ADDRESS RESET
Hiermee zet u IP ADDRESS SETTING (IP-adresinstelling) op de fabrieksinstellingen terug.
(Fabrieksinstellingen IP-
adres)
RESET
Hiermee zet u voor de volgende instelling in het menu EXTERNAL CONTROL (Externe controle) de
(Fabrieksinstellingen)
fabrieksinstelling terug: DDC/CI.
ADVANCED OPTION1 (Geavanceerde optie1)
INPUT DETECT
Hiermee selecteert u de ingangsdetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan twee computers
(Ingangsdetectie)
op de monitor zijn aangesloten.
OPMERKING: Als in INPUT CHANGE (Ingangwijziging) de optie SUPER is geselecteerd, kan deze
functie niet worden gewijzigd.
NONE (Geen)
Er wordt niet naar de andere video-ingangspoorten gezocht.
FIRST DETECT
Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
2
(Eerste detectie)*
ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer de huidige videobron aanwezig is.
LAST DETECT
Wanneer de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een
2
(Laatste detectie)*
signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de
nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een
videosignaal op de andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt
de monitor automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
VIDEO DETECT
VIDEO-ingangen, zoals HDMI, HDMI2*
(Signaaldetectie)
S-VIDEO*
ingangssignalen aanwezig is, schakelt de monitor hiernaar over en blijft de VIDEO-ingang actief.
CUSTOM DETECT
Stel de prioriteit van invoersignalen in.
(Aangepaste detectie)
Wanneer CUSTOM DETECT (Aangepaste detectie) is geselecteerd, worden alleen vermelde ingangen
doorzocht.
OPMERKING: prioriteitsinstelling van de optie signaalingang is alleen beschikbaar in PRIORITY 3
(Prioriteit 3), behalve voor optie pc type sleuf 2.
LONG CABLE COMP
Compenseert handmatig voor verslechtering van het beeld veroorzaakt door het gebruik van een lange
(Compensatie met lange kabel)*
1
kabel.
(alleen analoge ingang)
ON/OFF (Aan/uit)
ON (Aan): Activeert deze functie.
OFF (Uit): Deactiveert deze functie.
SOG PEAK
Hiermee past u de gevoeligheid van de 'Synchronisatie t.o.v. groen'-ingangsignalen aan. Hiermee past
(SOG-verfi jning)
u het zogeheten 'slice'-niveau aan bij het afzonderen van een synchronisatie van een 'Synchronisatie
t.o.v. groen'-ingangsignaal. Druk op "LEFT" of "RIGHT" (links/rechts) om te selecteren.
GAIN
Past de gain-waarde aan.
R-H.POSITION (R-H-positie)
Hiermee stelt u de positie van de roodcomponent van het beeld in.
G-H.POSITION (G-H-positie) Hiermee stelt u de positie van de groencomponent van het beeld in.
B-H.POSITION (B-H-positie) Hiermee stelt u de positie van de blauwcomponent van het beeld in.
SYNC TERMINATION
Hiermee past u de afsluitweerstand aan de impedantie van de kabel aan.
(Instelling afsluitweerstand)
INPUT CHANGE
Hiermee stelt u de snelheid in waarmee invoer moet worden gewijzigd. Wanneer "SUPER" is
(Ingangwijziging)
geselecteerd, kan er snel tussen twee signalen worden geschakeld.
OPMERKING: Wanneer "QUICK" (Snel) is geselecteerd, kan het beeld vervormen wanneer de
signaalinvoer wordt gewijzigd. "SUPER" wordt beschikbaar bij selectie van IMAGE FLIP (Beeld
spiegelen) behalve NONE (Geen).
Selecteer deze functie wanneer alle opties voor de invoer zijn ingesteld.
TERMINAL SETTING
(Terminal-instelling)
DVI MODE (DVI-modus)
Hiermee stelt u in u welk type DVI-D-apparatuur is aangesloten op de DVI-ingang. Selecteer DVI-HD
als er een dvd-speler of computerapparatuur is aangesloten waarvoor HDCP-verifi catie vereist is.
Selecteer DVI-PC als er computerapparatuur is aangesloten waarvoor geen HDCP-verifi catie vereist is.
D-SUB MODE
Hiermee selecteert u het type signaal voor de D-SUB-ingang.
(D-SUB-modus)
RGB: Analoge invoer (R, G, B, H, V)
COMPONENT: Component (Y, Cb/Pb, Cr/Pr)
BNC MODE
Hiermee stelt u in welke apparatuur is aangesloten op de BNC-ingang.
(BNC-modus)*
1
RGB: analoge ingang.
COMPONENT: component.
SCART MODE
Ingangsmodus voor apparaten die gebruikmaken van SCART-connectors.
(SCART-modus)*
1
DisplayPort
Hiermee selecteert u de DisplayPort-modus [1.1a] of [1.2].
[1.2] moet worden geselecteerd bij gebruik van Multi-Stream Transport.*
HDMI SIGNAL
RAW (Onbewerkt): De functie voor uitbreiding uitschakelen.
(HDMI-signaal)
EXPAND (Uitgebreid): Hiermee wordt het beeldcontrast vergroot en worden details in donkere en
heldere gedeelten versterkt.
*1: Deze functie is afhankelijk van de optionele kaart die u gebruikt.
*2: Alleen voor de ingangen DVI, DPORT, VGA, RGB/HV*
*3: Voor Multi-Stream Transport is de bijbehorende videokaart nodig. Neem contact op met uw leverancier voor beperkingen van deze functie.
1
, HDMI3*
1
, hebben voorrang op DVI, VGA, DPORT, RGB/HV*
1
1
, HDMI, HDMI2*
, HDMI3*
Nederlands-27
1
, Y/Pb/Pr, Y/Pb/Pr2*
1
, SCART*
1
, VIDEO*
1
. Wanneer een van de VIDEO-
3
1
.
ENABLE
(Inschakelen)
192.168.0.10
NO
NO (Nee)
-
NONE (Geen)
1
en
OFF (Uit)
0
0
0
0
0
HIGH (Hoog)
NORMAL
(Normaal)
DVD-HD
RGB
RGB
OFF (Uit)
1.1a
Afhankelijk van
invoersignaal