MULTI DISPLAY (Meerdere beeldschermen)
ID CONTROL (Id-controle)
AUTO ID/IP SETTING
(Automatische instelling
van ID/IP)
SETTING ITEM
(Item instellen)
ID/IP SETTING
START (ID/IP-
instelling starten)
MONITOR ID
(Monitor-ID)
IP ADDRESS
(IP-adres)
ID and IP (ID en IP) Stel "MONITOR ID" (Monitor-ID) en "IP ADDRESS" (IP-adres) in.
DETECTED
MONITORS
(Gedetecteerde
monitoren)
AUTO ID/IP RESET
(Automatische ID/IP
opnieuw instellen)
RESET ITEM (Item
opnieuw instellen)
ID/IP RESET START
(Nieuwe instelling van
ID/IP starten)
COMMAND TRANSFER
(Verzending van
opdracht)
IR LOCK SETTINGS
(Instellingen IR-
vergrendeling)
MODE SELECT
(Modusselectie)
UNLOCK (Ontgrendelen) Alle knoppen op de afstandsbediening zijn beschikbaar voor normaal gebruik.
ALL LOCK (Alles
vergrendelen)
CUSTOM LOCK
(Aangepast
vergrendelen)
*1: Deze functie is afhankelijk van de optionele kaart die u gebruikt.
Hiermee stelt u het id-nummer van de monitor in tussen 1-100 en het groeps-id van A-J. DETECTED
MONITORS laat het totale aantal monitors zien die volgen in de keten met LAN.
OPMERKING: De Group ID (Groeps-id) wordt samengesteld uit meerdere selecties.
Wanneer "SET" (Instellen) is geselecteerd, wordt het venster AUTO ID/IP SETTING (Automatische
instelling van ID/IP) weergegeven.
Sluit geen netwerkapparaten aan tussen de monitoren die zijn verbonden met het LAN.
Selecteer een item uit [MONITOR ID] (Monitor-id), [IP ADDRESS] (IP-adres) en [ID and IP] (ID en IP).
Wanneer "YES" (Ja) is ingesteld, wordt het geselecteerde item bij SETTING ITEM (Item instellen)
ingesteld.
Wanneer "YES" (Ja) is ingesteld, worden de monitor-ID-nummers automatisch ingesteld op alle
monitoren.
Stel het eerste tot het derde octet in op "BASE ADDRESS" (Basisadres).
Het vierde octet wordt automatisch ingesteld vanaf "1" en telt door tot het aantal monitoren dat is
verbonden met het LAN.
"BASE ADDRESS" (Basisadres) wordt weergegeven wanneer "IP ADDRESS" (IP-adres) of "ID and IP"
(ID en IP) is geselecteerd bij SETTING ITEM (Item instellen).
Dit item wordt weergegeven nadat "SETTING ITEM" (Item instellen) is geselecteerd en "ID/IP
ADDRESS START" (ID/IP-adres starten) is ingesteld op "YES" (Ja).
Het aantal monitoren waaraan MONITOR ID (Monitor-ID) is toegekend, wordt weergegeven.
Als het weergegeven aantal verschilt van het werkelijke aantal monitoren waaraan MONITOR ID
(Monitor-ID) is toegekend, selecteert u "RETRY" (Opnieuw proberen) om de monitoren opnieuw te tellen.
Selecteer "CONTINUE" (Doorgaan) wanneer "FINISH!!" (Voltooien) wordt weergegeven. Als
"CONTINUE" (Doorgaan) niet wordt geselecteerd als "FINISH!!" (Voltooien) wordt weergegeven, zijn de
gekozen instellingen ongeldig en worden deze niet weergegeven.
Wanneer "RESET" (Opnieuw instellen) is geselecteerd, wordt het venster AUTO ID/IP RESET
(Automatische ID/IP opnieuw instellen) weergegeven.
Selecteer een instelling uit [MONITOR ID] (Monitor-ID), [IP ADDRESS] (IP-adres) en [ID and IP]
(ID en IP).
Wanneer "YES" (Ja) is ingesteld, wordt de instelling van het geselecteerde item van RESET ITEM (Item
opnieuw instellen) opnieuw ingesteld op de standaardwaarde.
Wanneer de instelling opnieuw wordt ingesteld op de standaardwaarde, wordt "FINISH!!" (Voltooien)
weergegeven.
Nadat "ID/IP RESET START" (Nieuwe instelling van ID/IP starten) is geactiveerd, zijn "MONITOR ID"
(Monitor-ID) en "IP ADDRESS" (IP-adres) afzonderlijke instellingen, ook al zijn de monitoren met het
LAN verbonden.
OPMERKING: als het aantal monitoren dat met het LAN is verbonden, wordt gewijzigd, selecteert
u hetzelfde item dat u hebt geselecteerd bij "SETTING ITEM" (Item instellen) en voert u vervolgens
"AUTO ID/IP RESET" (Automatische ID/IP opnieuw instellen) uit.
Wanneer "ON" (Aan) is ingesteld, wordt de opdracht verzonden naar alle monitoren die in de keten met
het LAN volgen.
OPMERKING: alle monitoren die met het LAN zijn verbonden, moeten op "ON" (Aan) zijn ingesteld.
Wanneer u deze functie uitvoert tijdens de energiebesparende stand of stand-bymodus, moet "LAN
POWER" (LAN-voeding) zijn ingesteld op "ON" (Aan).
Schakel de monitoren niet uit, terwijl AUTO ID/IP SETTING (Automatische instelling van ID/IP) of AUTO
ID/IP RESET (Automatische ID/IP opnieuw instellen) wordt uitgevoerd.
Hiermee voorkomt u dat de monitor wordt bediend via de draadloze afstandsbediening.
Als u ACTIVATE (Activeren) selecteert, worden alle instellingen geactiveerd.
OPMERKING: de functie IR LOCK SETTINGS (Instellingen IR-vergrendeling) is alleen van toepassing
op de knoppen van de draadloze afstandsbediening. Met deze functie kunt u niet de toegang tot alle
knoppen op de achterkant van de monitor vergrendelen. Als u wilt terugkeren naar de normale werking,
houdt u 5 seconden de knop "DISPLAY" (Scherm) op de afstandsbediening ingedrukt.
Hiermee selecteert u de modus UNLOCK (Ontgrendelen), ALL LOCK (Alles vergrendelen) of CUSTOM
LOCK (Aangepast vergrendelen).
Hiermee vergrendelt u alle knoppen op de afstandsbediening.
Hiermee selecteert u welke knoppen met de knop POWER (Aan/uit), VOLUME en INPUT (Ingang)
moeten worden vergrendeld. Met uitzondering van instellingen voor CUSTOM LOCK (Aangepast
vergrendelen) worden andere knoppen op de afstandsbediening vergrendeld.
POWER (Aan/uit): als u LOCK (Vergrendelen) selecteert, wordt de knop POWER (Aan/uit) vergrendeld.
VOLUME:
als u UNLOCK (Ontgrendelen) selecteert, wordt het minimale en maximale volume
tussen VOL.0 en VOL.100 ingesteld.
De knoppen VOLUME (+) en VOLUME (-) zijn alleen beschikbaar voor het door u
ingestelde bereik van minimaal tot maximaal volume.
Als u LOCK (Vergrendelen) selecteert, worden de knoppen VOLUME (+) en
VOLUME (-) vergrendeld.
INPUT (Ingang):
als u UNLOCK (Ontgrendelen) selecteert, kunt u uit DVI, DisplayPort, VGA, HDMI,
Y/Pb/Pr, VIDEO*
ontgrendelen. De niet-geselecteerde knoppen zijn vergrendeld. Als u LOCK
(Vergrendelen) selecteert, worden alle knoppen voor INPUT (Ingang) vergrendeld.
1
, S-VIDEO*
1
, OPTION*
1
maximaal drie knoppen kiezen die u wilt
Nederlands-24
1
MONITOR ID
(Monitor-ID)
MONITOR ID
(Monitor-ID)
ON (Aan)
UNLOCK
(Ontgrendelen)