Bediening
28
Eenpunts- of meerpuntskalibratie
U hoeft de sensor niet uit het medium te verwijderen voor de kalibratie. U kunt direct in de
applicatie kalibreren.
1. Waarborg voor de kalibratie, dat de meetopening niet is vervuild met afzettingen:
Reinig de meetopening van de sensor (verwijder vervuiling en afzettingen).
2. Dompel, voor het uitvoeren van de kalibratie, de sensor zodanig in het medium dat de
meetopening compleet wordt gevuld met het medium.
Alle luchtbellen moeten tijdens het onderdompelen verdwijnen uit de
meetopening.
• In de kalibratietabel kunnen de actuele waarden en de setpoint worden bewerkt
(rechter- en linkerkolommen).
• Extra paren kalibratiewaarden (actuele waarden en setpoints) kunnen worden
toegevoegd indien gewenst, zelfs zonder meting in een medium.
Verbindingslijnen worden tussen de kalibratiepunten geïnterpoleerd.
‣
Ken aan uw kalibratierecords eenduidige namen toe.
De naam kan bijvoorbeeld de naam van de applicatie bevatten waarop uw gegevensrecord
oorspronkelijk is gebaseerd. Hierdoor is het gemakkelijker onderscheid te maken tussen
verschillende gegevensrecords.
Principe van een 1-punts kalibratie
De meetfout tussen de meetwaarde van de sensor en de laboratoriummeetwaarde is te
groot. Dit wordt gecorrigeerd door een 1-punts kalibratie.
y
9
8
7
6
5
4
3
2
1
1
25
Principe van een 1-punts kalibratie
x
Meetwaarde
y
Doelmonsterwaarde
Blau
Fabriekskalibratie
w
Rood Toepassingskalibratie
2
3
4
5
6
Viomax CAS51D
x
7
8
9
Endress+Hauser
A0039320