Montage
14
5
Montage
5.1
Montagevoorwaarden
5.1.1
Montagelocatie
‣
Kies een montagelocatie die ook later goed toegankelijk is.
‣
Waarborg dat de steunen en fittingen goed en trillingsvrij zijn bevestigd.
‣
Kies een montagelocatie die een typische nitraatconcentratie/een typische SAC-waarde
genereert voor de betreffende applicatie.
‣
Installeer de sensor niet boven beluchtingsschijven. Zuurstofbellen kunnen zich
afzetten aan de cuvetopening en de meting verstoren.
5.1.2
Positie
5
Sensorinbouwrichting, pijl =
doorstroomrichting
Flexdip CYA112 afvalwaterarmatuur en Flexdip CYH112 houder
6
Horizontale, vaste installatie
De installatiehoek is 90°.
‣
Lijn de sensor zodanig uit dat de
cuvetopening wordt gespoeld door de
mediumdoorstroming en luchtbellen
worden afgevoerd.
‣
Lijn de sensor zodanig uit dat de cuvetopening wordt
gespoeld door de mediumdoorstroming en luchtbellen
worden afgevoerd.
A0013268
A0013267
7
De installatiehoek is 0°. Beproefde en geteste
opstelling voor bedrijf in beluchte zones.
‣
Waarborg dat de sensor goed is gereinigd.
Er mag geen vervuiling op de optische
vensters aanwezig zijn.
Viomax CAS51D
Verticaal opgehangen aan een ketting
Endress+Hauser
A0013270