Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Kalibratie; Fabriekskalibratie; Kalibratietypen - Endress+Hauser Viomax CAS51D Handleiding En Bedrijfsvoorschriften

Voor sac- of nitraatmeting
Inhoudsopgave

Advertenties

Viomax CAS51D
Endress+Hauser
Toestand en specificaties van het instrument
Is de buitenkant van de sensor, armatuur en kabel onbeschadigd?
Elektrische aansluiting
Is de kabelafscherming aangesloten op de aardrail van de transmitter?
Zijn de geïnstalleerde kabels voorzien van een trekontlasting en niet getwist?
Is er voldoende aderlengte gestript en zijn de aders in de klemmen correct
gepositioneerd?
Zijn alle schroefklemmen goed vastgedraaid?
7

Bediening

Controleer of een representatieve meetwaarde op de transmitter wordt weergegeven.
Waarborg voor vaste stoffen die neigen tot afzetting, dat het medium voldoende wordt
gemengd.
7.1

Kalibratie

De kalibratie wordt in het proces uitgevoerd door de waarden te vergelijken met een
externe standaardmethode, door kalibratie met standaardoplossingen of door gebruik te
maken van een combinatie van beiden.
7.1.1

Fabriekskalibratie

Nitraatsensor
De sensor is af fabriek gekalibreerd.
Als zodanig, kan deze worden toegepast in een groot aantal helder watermetingen, zonder
dat een aanvullende kalibratie nodig is.
SAC-sensor
De sensor is af fabriek voorgekalibreerd (gekalibreerd met KHP).
Een kalibratie in het proces van de klant is echter in de meeste gevallen van voordeel.
Reden: organische substanties anders dan KHP reageren verschillend in het spectrum.
De fabriekskalibratie is gebaseerd op 20 kalibratiepunten en bijgesteld op drie punten
tijdens de productie. De fabriekskalibratie kan niet worden gewist en te allen tijde weer
worden opgeroepen. Eenpunts- en tweepuntskalibraties, uitgevoerd als klantkalibraties,
worden gerefereerd aan deze fabriekskalibratie.
7.1.2

Kalibratietypen

Naast de fabriekskalibraties, die niet kunnen worden veranderd, bevat de sensor nog zes
gegevensrecords voor het opslaan van proceskalibraties of voor aanpassing op het
betreffende meetpunt (applicatie). Elke kalibratiegegevensrecord kan maximaal vijf
kalibratiepunten bevatten.
De sensor biedt vele opties voor het aanpassen van de meting op de betreffende applicatie:
• Kalibratie of instelling (1 tot 5 punten)
• Invoer van een factor (vermenigvuldiging van de meetwaarde met een constante factor)
• Invoer van een offset (optellen/aftrekken van een constante factor bij/van de
meetwaarden)
• Duplicatie van de gegevensrecords fabriekskalibratie
Bediening
Opmerkingen
Visuele inspectie
Opmerkingen
Kabelafscherming is absoluut
essentieel
Controleer de plaatsing
(zachtjes trekken)
Vastzetten
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave