02
KOELVITRINES
TECHNIEK
2.7.
VENTILATIE EN ONTLUCHTING
Standaard worden de meubels uitgeleverd met ventilatie aan de bedieningskant en afvoerlucht aan de klantzijde. Aangeraden
wordt om de afvoerluchtopening aan de klantzijde (zie Variant 1) uit te voeren. Als een afvoerluchtopening aan de klantzijde
niet mogelijk is, moet de afvoerlucht aan de zijkant of aan de bedieningskant (zie Variant 2) afgevoerd worden. Er moet op
gelet worden dat de afvoerlucht niet direct weer aangezogen wordt om een perfecte werking (van de koeling) te garanderen.
VOORZICHTIG
Vermindering van het koelvermogen of vernietiging door oververhitting van het koelaggregaat.
De ventilatie en ontluchtingsopeningen van het koelaggregaat mogen niet versteld of geblokkeerd worden. De luchtstroom
mag niet onderbroken of gehinderd worden. De ventilatieroosters moeten minstens de 1,5-voudige doorsnede van het
condensatoroppervlak hebben. Voer de openingen van het ventilatierooster uit met lamellen.
Toevoerlucht
Afvoerlucht
Verklaring van begrippen:
Condensator/luchtververser/ventilator:
Technische wijzigingen voorbehouden / Geldig vanaf juli 2021
36
Variant 1
Bovenaanzicht Variant 1
Compressor:
De compressor pompt het gasvormige koelmiddel door de koelinstallatie.
De ventilator zuigt koude binnenlucht aan en koelt daarmee de compressor en het
hete gas in de condensator.
Condensator:
Warmtewisselaar, waarin de afgezogen warmte van het koelgebied weer aan de
circulatielucht afgegeven wordt. Een gasvormig koelmiddel wordt door de
warmteafgifte weer vloeibaar. Alle stekkerklare meubels beschikken over een
uittrekbare compressorbehuizing (condensoreenheid). Daarmee is het mogelijk
om de condensator aan het ventilatierooster van de luchtinlaat te positioneren
en luchtcirculatie te voorkomen.
Variant 2
Bovenaanzicht Variant 2