Schakel "Record" (Opname), "Snapshot" (Snapshot), "Push" (Push-bericht), "Alarm-out"
(Alarm-uit), "Preset (Preset)", "Buzzer" (Zoemer), "Pop-up Video" (Pop-up video) en "E-mail"
(E-mail) in of uit. De instelling voor alarmbehandeling voor het detectiealarm voor personentelling
lijkt sterk op die van het sensoralarm.
Klik op "Apply" (Toepassen) om de instellingen op te slaan.
9.4.6 Objectdetectie
Configuratie objectdetectie
①
Klik op Start (Start)→Settings (Instellingen→)Alarm (Alarm)→Smart Event (Smart
Event→)Object Detection (Objectdetectie) om naar de volgende interface te gaan.
②
Selecteer de camera, schakel objectdetectie in en stel de duur en het detectietype in. Er zijn
twee detectietypes: Abandoned object (Achtergelaten object) of Missing object (Ontbrekend
object).
Abandoned object (Achtergelaten object): er worden alarmen getriggerd als er objecten in het
voorgedefinieerde detectiegebied worden achtergelaten.
Missing object (Ontbrekend object): er worden alarmen getriggerd als er objecten uit het
voorgedefinieerde detectiegebied worden weggehaald.
③
Selecteer het alarmgebied. Er kunnen maximaal 4 alarmgebieden worden ingesteld.
④
Teken het alarmgebied voor objectdetectie. Zie de hierboven getoonde interface. Vink "Draw
Area" (Gebied tekenen) aan en klik daarna rond het gebied dat u wilt instellen als alarmgebied in
het beeld (het alarmgebied moet een afgesloten gebied zijn). Verwijder het vinkje van "Draw Area"
(Gebied tekenen) wanneer u klaar bent met tekenen. Klik op "Clear" (Wissen) om het alarmgebied
te wissen.
⑤
Klik op "Apply" (Toepassen) om de instellingen op te slaan.
⑥
Klik op
objectdetectie te gaan.
om naar de interface voor configuratie van alarmbehandeling voor
83