Als de toegevoegde camera's gezichtsdetectiecamera's zijn, kan ON (Aan) of OFF (Uit) worden
geselecteerd.
③
Schakel het opslaan van broninformatie en het opslaan van gezichtsinformatie in.
④
Selecteer het alarmgebied. Teken het alarmgebied. Klik op "Area" (Gebied) en versleep dan
de muis om een detectiegebied te tekenen. Klik op "Clear" om het alarmgebied te verwijderen.
⑤
Klik op "Apply" (Toepassen) om de instellingen op te slaan.
⑥
Klik op
Schakel "Snapshot" (Snapshot), "Push" (Push-bericht), "Alarm-out" (Alarm-uit), "Preset (Preset)",
"Buzzer" (Zoemer), "Pop-up Video" (Pop-up video) en "E-mail" (E-mail) in of uit. De instelling voor
alarmbehandeling voor het gezichtsdetectiealarm is gelijk aan die voor het sensoralarm.
Klik op "Apply" (Toepassen) om de instellingen op te slaan.
9.4.2 Gezichtsmatch
Deze functie is alleen beschikbaar voor modellen met een gezichtsdetectiefunctie.
Klik op Start (Start)→Settings (Instellingen)→Alarm (Alarm)→Face Match (Gezichtsmatch)
①
om naar de volgende interface te gaan.
om naar de interface voor configuratie van de alarmbehandeling te gaan.
76