Gebruikershandleiding
Bedieningspaneel
Druktoetsen en lampjes
A
B
C
D
E
F
-
G
H
I
0 - 9
,
J
c
K
L
Basisprincipes van printer
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als de aan/uit-lampje gedoofd is.
Hiermee opent u het startscherm.
Hiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken. Druk
nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
Hiermee zet u de actuele instellingen terug naar de vorige status.
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer. Tik op het LCD-scherm om een menu te selecteren,
en blader door te swipen.
Terugkeren naar het vorige scherm.
Hiermee geeft u het Statusmenu weer. U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer
weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts. Het gaat
branden als er taken in de afdrukwachtrij staan.
Hiermee voert u cijfers, karakters en symbolen in.
Hiermee wist u cijferinstellingen, zoals het aantal kopieën.
Hiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen en faxen in zwart-wit.
Hiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen en faxen in kleur.
20