KENNISGEVING:
Oefen een stevige, gelijkmatige druk uit om de kaart op zijn plaats te schuiven. Als u te veel kracht gebruikt, kunt u de connector
echter beschadigen.
3. Plaats de minikaart met een hoek van 45 graden in de juiste systeemkaartconnector. De connector van de WLAN-kaart is bijvoorbeeld aangeduid met
WLAN.
4. Druk het andere uiteinde van de WLAN-kaart in de sleuf op de systeemkaart en plaats de twee bevestigingsschroeven terug.
5. Sluit de juiste antennekabels aan op de minikaart die u aan het installeren bent. De onderstaande tabel bevat het kleurschema van de antennekabels
voor elke minikaart die door uw computer wordt ondersteund.
Connectoren op de minikaart
WWAN (2 antennekabels)
Hoofd-WWAN (witte driehoek)
Hulp-WWAN (zwarte driehoek)
WLAN (2 of 3 antennekabels)
Hoofd-WLAN (witte driehoek)
Hulp-WLAN (zwarte driehoek)
WPAN (één antennekabel)
WPAN
6. Bewaar antennekabels die niet worden gebruikt, in de beschermende mylar hoes.
7. Plaats de moduleplaat terug (zie
8. Schuif de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt en schuif het batterijvergrendelingsmechanisme naar de
vergrendelingsstand.
9. Installeer de stuur- en hulpprogramma's voor uw computer, indien nodig. Zie de Technologiehandleiding van Dell voor meer informatie.
OPMERKING:
Als u een communicatiekaart installeert van een andere bron dan Dell, moet u de juiste stuur- en hulpprogramma's installeren. Zie de
Technologiehandleiding van Dell voor meer informatie.
Terug naar inhoudsopgave
Kleurschema antennekabels
witgrijze streep
zwartgrijze streep
wit
zwart
blauw
De moduleplaat
terugplaatsen).