Instellen van de netwerkomgeving van de projector
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het gebruik van de projector via het netwerk.
Als het netwerk reeds tot stand gebracht is, kan het voorkomen dat de instellingen voor het netwerk veranderd
dienen te worden bij de projector. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp bij het uitvoeren
van deze instellingen. De netwerkinstellingen kunnen zowel via de projector als via de computer worden
ingevoerd. Onderstaande procedure beschrijft hoe u de netwerkinstellingen via de computer invoert.
Netwerk instellen via de computer
1.
Aansluiten van de projector op een computer
Sluit een in de handel verkrijgbare LAN-kabel (UTP-kabel, category 5, kruiskabel) aan op de computer en
de projector.
2.
Instellen van een IP adres voor de computer
Stel de IP settingen van de computer bij om rechtstreekse communicatie met de projector mogelijk te
maken.
3.
Instellen van een netwerkaansluiting voor de projector
Stel de netwerkinstellingen van de projector in zodat deze passen bij uw netwerk.
∑ Microsoft
®
en Windows
Staten en/of andere landen.
∑ Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
LAN kabel
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Blazijde 18
Verander tijdelijk het
IP adres van de
computer.
Blazijden 19, 20
Gebruik Internet Explorer
(versie 5.0 of later) om de
verschillende
projectorinstellingen tot
stand te brengen.
Blazijden 21, 22
-17