9-INFORMATIE VOORAF
CONFIGURATIE INSTALLATIE
Op het moment van installatie moet het product ingesteld worden op grond van het type installatie, door de betreffende parameter te
selecteren in het menu "INSTELLINGEN". De volgende 5 configuraties zijn mogelijk:
Configuratie
Beschrijving
1
Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de kachel of door inschakeling van de externe omgevingsthermostaat.
2
2.1 Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de kachel, of door inschakeling van de externe
omgevingsthermostaat; ogenblikkelijke productie warm sanitairwater WSW met platenwisselaar
FABRIEKSCONFIGURATIE.
2.2 Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de kachel, of door inschakeling van de externe
omgevingsthermostaat; ogenblikkelijke productie warm sanitairwater WSW voor boiler of accumulatie met
thermostaat (optioneel).
3
Beheer omgevingstemperatuur via sonde op de kachel, of door inschakeling van de externe omgevingsthermostaat;
ogenblikkelijke productie warm sanitairwater WSW boiler met sonde ntc (10 kΩ ß3435).
4
Beheer externe puffer bediend door thermostaat.
5
Beheer externe puffer bediend door sonde ntc (10 kΩ ß3435).
CONFIGURATIE 1
36
5
5
2
1
4
3