Wordt bij het apparaat een
■
als accessoire verkrijgbare
condenspomp gebruikt,
is bij het gebruik van het
uitschakelcontact van de
pomp evt. een extra relais
voor het verhogen van het
schakelvermogen en het
uitschakelen van de compressor
noodzakelijk.
Worden de leidingen in zones
■
met sterke magnetische
velden verlegd, moeten de
stuurleidingen als afgeschermde
leiding uitgevoerd worden.
De elektrische afzekering van
■
de installatie gebeurt volgens
de technische gegevens.
Aansluiten van de binnenunit
11
Klemmenstrook
Stuurleiding
Klemmenstrook
Netspanning
Elektrisch aansluitschema
Aansluiten RVT 261DC tot RVT 521DC
Buitenunit
Binnenunit
L1
L1
N
N
S
S
LET OP!
Controleer of alle elektrische
stekker- en klemverbindingen
goed vastzitten en goed contact
maken, eventueel aandraaien.
Afdekking
Trekontlasting
Stuurleiding naar buitenunit
Binnenunit
Netaansluiting
Buitenvoedingsleiding
Nulleider
Dataleiding
Aardleiding
Aansluiting buitendeel
Voor het aansluiten van de leiding
als volgt te werk gaan:
1. Verwijder het deksel in de
zijwand.
2. Kies de doorsnede van de
aansluitleidingen volgens de
voorschriften.
3. Sluit de leidingen aan op
de klemmen volgens het
aansluitschema.
6. Veranker de leiding in de
trekontlasting en bouw het
apparaat weer samen.
Aansluiten van de buitenunit
12
Stuurleiding
naar buitenunit
Net-
spanning
230 V~,
50 Hz,
L1 / N / PE
23