REMKO RVT...DC
Condensaansluiting
Door het onderschrijden van
het dauwpunt ontstaat er bij de
verdamper tijdens koelbedrijf
en bij de condensor tijdens
verwarmingsbedrijf condens.
Onder de verdamper bevindt zich
een opvangbak, die verbonden
moet worden met een afvoer.
Het onderste deel van de
behuizing van de buitenunit
is uitgevoerd als opvangbak.
Hiervoor moet de meegeleverde
condensaansluiting worden
gebruikt.
De lokale condensafvoer
■
moet worden uitgevoerd
met een verval van minimaal
2 % (afbeelding 10).
Monteer eventueel een
dampdiffusiedichte Isolatie.
De condensleiding van het
■
apparaat vrij invoeren in de
afvoerleiding. Als het condens
naar een afvoerleiding wordt
geleid, monteer dan een sifon
als stankafsluiter.
Condensaansluiting buitenunit
Opening voor de
Condensaansluiting
Condensaansluiting
22
Bij het gebruik van het
■
apparaat beneden een
buitentemperatuur van 0 °C
moet worden gezorgd voor
een vorstveilige verlegging van
de condensleiding. Daarnaast
moet de onderzijde van de
bekleding van de behuizing
vorstvrij worden gehouden om
een doorlopende afvoer van
condens te waarborgen.
Monteer eventueel een
lintverwarming langs de leiding.
Na het verleggen controleren
■
op een vrije afvoer van het
condens en zorgen voor een
permanente lekdichtheid.
Verval van de condensleiding
10
minimaal
2% verval
De condensslang is vanaf de
fabriek voorzien voor aansluiting
op de linker- of de rechterzijde
(vooraanzicht).
Condensopvangbak
van de buitenunit
Elektrische aansluiting
Voor de apparaten moeten
een netaansluiting voor de
stroomtoevoer worden aangesloten
op de binnenunit en een
stuurleiding worden geïnstalleerd
naar de buitenunit, deze moeten
voldoende afgezekerd zijn.
LET OP!
Het elektrische installeren
moet gebeuren door een
gespecialiseerd bedrijf. De
montage van de elektrische
aansluiting moet spanningsloos
gebeuren.
In de leveromvang van het
apparaat bevindt zich een
vijf meter lange, vieraderige
stuurleiding voor het verbinden
van de binnenunit met de
buitenunit. Binnenin de
stuurleiding naar de buitenunit
bevindt zich een dataleiding,
die zorgt voor de communicatie
tussen binnen- en buitenunit.
Via deze leiding wordt het de
capaciteit van de koel- resp.
verwarmingscapaciteit geregeld en
storingsmeldingen doorgegeven
aan de binnenunit.
Aansluiting binnenunit
We adviseren lokaal in de
■
buurt van de binnenunit een
hoofd- / reparatieschakelaar te
installeren.
De stroomtoevoer gebeurt op
■
de binnenunits, de buitenunit
wordt via de stuurleiding door
de binnenunit gevoed.
De klemmenstroken voor de
■
aansluitingen bevinden zich aan
de voorzijde van het apparaat.
Na het installeren kunnen
metingen na het verwijderen
van de afdekking, aan de
voorzijde gebeuren.