Problemen oplossen
Symptoom
Pads produceren alleen
geluiden met een zeer
hoog volume (hoge
snelheden)
Pads produceren
onbedoelde geluiden
Geluiden zijn vervormd
Geluiden worden
eindeloos afgespeeld
en stoppen niet
Effecten kunnen niet
worden toegepast
Het wavetempo
verandert niet
Padregelaar wordt niet
Door op de [REC]-knop te
drukken, kan slechts één
song worden opgenomen.
De vorige opname wordt
overschreven
Mijn trainingsscores
zijn vreemd
Mogelijke oorzaak
• Controleer of de parameter 'Gain' van MENU/Trigger/Pad Type
of TRIGGER/SETTING/Pad Type niet te hoog is ingesteld.
• Pas de parameter 'Velocity Curve' van MENU/Trigger/Curve of
TRIGGER/SETTING/Curve aan.
• Controleer de instelling 'TrgVel' in MENU/Kit Edit/Kit Modifier/
Voice/MessageType. Als deze parameter bijvoorbeeld is
ingesteld op '127', wordt de maximumsnelheid geproduceerd,
zelfs wanneer de pad slechts licht wordt aangeslagen.
• Controleer of u alleen de aanbevolen Yamaha-pads gebruikt.
Producten van andere fabrikanten kunnen extreem grote
signalen uitvoeren.
• Controleer of de triggerinstellingen goed zijn geconfigureerd.
• Als een extern MIDI-apparaat dat wordt afgespeeld via de PRO-
serie-module niet de verwachte geluiden produceert, controleert
u de voice-instellingen ervan voor het MIDI-kanaal waarop de
PRO-serie-module gegevens verzendt, en controleert u of ze
geschikt zijn voor de MIDI-gegevens die worden verzonden.
• Voices die aan layer B, C of D zijn toegewezen, kunnen
onbedoelde geluiden veroorzaken.
• In sommige gevallen worden onverwachte geluiden geproduceerd
als u een pad met twee of drie zones hebt aangesloten op een van
de aansluitingen [
!3
] , [
Pad 13 de parameter 'Pad Type' in op 'off' in MENU/Trigger/Pad
Type or TRIGGER/SETTING/Pad Type. Bij Pad 1 of Pad 14
selecteert u het juiste padtype in MENU/Trigger/Pad Type or
TRIGGER/SETTING/Pad Type.
• Controleer de overspraakinstelling, het minimumniveau en de
gevoeligheidsinstelling.
• Controleer of effecten correct zijn ingesteld. Geluid kan worden
vervormd bij bepaalde combinaties van effecttype en
parameterinstellingen.
• Controleer of de parameter 'VoiceFilter' in MENU/Kit Edit/Voice
correct is ingesteld. Afhankelijk van de VoiceQ-instellingen
(filterresonantie) kan er vervorming optreden.
• Verlaag het mastervolume van de PRO-serie-module.
Controleer of de functie Hold niet is ingeschakeld.
Druk op [EXIT] terwijl u zich in het kit-scherm (bovenste scherm)
bevindt om de KIT-geluiden te stoppen.
• Zorg ervoor dat de [EFFECT]-knop niet naar het minimum is gedraaid.
• Zorg ervoor dat het effecttype niet is ingesteld op 'THRU' of 'NO
EFFECT'.
• Zorg ervoor dat de InstSend-waarde hoog genoeg is voor Effect 1
of Effect 2.
Het wavetempo kan niet worden gewijzigd. Het wordt altijd
afgespeeld in het oorspronkelijke tempo van het geïmporteerde
bestand, ongeacht het tempo van de kit en andere instellingen.
Padregelaars worden niet ondersteund.
Er kan slechts één song worden opgenomen naar de PRO-serie-
modules.
Er vindt overspraak
Zie het gedeelte over 'Crosstalk'.
plaats
Oplossing
DTX-PRO
w
e
r
TOM1/
], [
TOM2/
q
!4
SNARE] of [
] . Stel in dat geval bij Pad 3, Pad 5, Pad 7 of
Effecten worden mogelijk niet via
Indiv Out op de uitvoer toegepast.
Mastereffecten worden niet
toegepast. Invoegeffecten worden
mogelijk niet toegepast,
afhankelijk van de instellingen.
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
DTX-PROX
t
y
u
!2
], [
TOM3/
], [
K ICK/
140