5.2.6.1. KALIBREER HET NULPUNT VAN ZUURSTOF
Het nulpunt van zuurstof moet worden gekalibreerd met een gas dat geen zuurstof bevat en de
sensor niet beschadigt.
Voor het justeren van het nulpunt van zuurstof zijn nodig:
•
Testgas
Informatie over testgassen voor de kalibratie vindt u in hoofdstuk 5.2.2.
•
Testapparaat voor de toevoer van testgas (bijv. SPE VOL)
Aanwijzing:
De werking van het testapparaat wordt beschreven in de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
1. Sluit het apparaat aan op het testapparaat.
2. Open de Instellingen.
3. Selecteer de menu-optie Justeren.
4. Selecteer het menu-item Justeren O
5. Bedien het menu-item Nulpunt. Bevestig nog niet met OK.
6. Druk op de ontgrendelknop van het testapparaat. Het testgas wordt opgegeven. Laat de ontgrendelknop niet los.
7. Wacht minstens 1 minuut. De weergegeven meetwaarde moet stabiel zijn.
8. Bevestig met OK. Het apparaat wordt aangepast. De meetwaarde vertoont nul (0,0 vol%).
9. Laat de ontgrendelknop van het testapparaat los.
5.2.6.2. JUSTEER DE GEVOELIGHEID VOOR ZUURSTOF
De gevoeligheid van zuurstof wordt gejusteerd met schone lucht.
1. Zorg ervoor dat er schone verse lucht wordt aangezogen.
2. Open de Instellingen.
3. Selecteer de menu-optie Justeren.
4. Selecteer de menu-optie Justeren O
5. Wacht totdat de weergegeven meetwaarde stabiel is. (De meetwaarde kan nog steeds knipperen.)
6. Selecteer de menu-optie 20,9 VOL% (schone lucht) (aansturen en bevestigen met OK).
De gevoeligheid wordt daarbij gekalibreerd. De meetwaarde bedraagt 20,9 Vol .%.
5.3. ONDERHOUD
Onderhoud en reparatie van het apparaat mogen alleen door de Sewerin-servicedienst of een geautoriseerd
Service Centrum worden uitgevoerd.
•
Verzend het apparaat naar Sewerin of een Geautoriseerd Service Centrum voor reparaties en eenmaal
per jaar voor onderhoud.
De teststicker op het apparaat bevestigt het laatste onderhoud en markeert
de volgende datum.
Fig. 21: Keuringssticker
56
.
2
.
2