5.1.5. CONTROLEER DE NAUWKEURIGHEID VAN DE MEETWAARDEN BIJ HET TOEVOEREN VAN TESTGAS
De verificatie van de nauwkeurigheid van de meetwaarden bij het toevoegen van testgas maakt deel uit van
de instrumententest.
Alle testgassen die in het apparaat zijn gespecificeerd, moeten worden gecontroleerd. Het aantal gespecificeerde
testgassen is afhankelijk van de apparaatversie en de optionele extra apparatuur.
Voor de beoordeling hebt u nodig:
•
Testgas (bijv. gemengd gas ExTox IR)
Informatie over testgassen voor de instrumententest treft u aan in hoofdstuk 5.1.1.6.
•
Testapparaat voor de toevoer van testgas (bijv. SPE VOL).
Aanwijzing:
De werking van de testapparatuur wordt beschreven in de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
De handelwijze bij het testen met gemengd gas of met een enkel gas is hetzelfde.
De instrumententest wordt opgeroepen.
1. Selecteer in het menu Instrumenten test de te testen menu-optie (bijvoorbeeld Gemengd gas, testgas C
2. Controleer of de testgasconcentratie die is gespecificeerd door het apparaat overeenkomt met het testgas
dat u hebt gespecificeerd. Druk op Informatie.
Aanwijzing:
Wanneer de meetnauwkeurigheid voor bovengronds gaslekzoek met 10 ppm testgas in 10 seconden
wordt getest, kan de testgasconcentratie niet worden gecontroleerd. In plaats daarvan verschijnt een
verwijzing naar alle uit te voeren actiestappen.
3. Geef het testgas op.
4. Wacht tot de weergegeven waarden stabiel zijn. Het bericht Status: OK verschijnt.
5. Bevestig met OK.
6. Stop de testgastoevoer.
Het apparaat keert terug naar het menu Instrumenten test Het bericht Testgas ... OK verschijnt.
7. Herhaal indien nodig de stappen voor de overige testgassen.
Wanneer alle deeltesten met succes zijn voltooid, zijn alle testen met volledige nauwkeurigheid op de test-
gastoevoer ook voltooid.
Deeltest voor testgas mislukt
Als een deeltest voor testgas niet met succes is uitgevoerd, verschijnt het bericht Testgas ... niet OK.
50
H
, ...).
3
8