4.3. BATTERIJALARM
Zodra de resterende capaciteit van de (oplaadbare) batterijen voor de werking van het apparaat te laag
wordt, vindt een batterijalarm plaats:
Niveau 1:
Niveau 2:
4.4. (OPLAADBARE) BATTERIJ VERVANGEN
GEVAAR! Explosiegevaar door vonken
Wanneer de behuizing geopend is, is het apparaat niet explosieveilig.
•
Open het batterij-vak alleen buiten explosiegevaarlijke omgevingen.
Om het batterij-vak aan de achterkant van het apparaat te openen, hebt u een inbussleutel nodig van 2,5 mm
(bij de levering inbegrepen).
1. Maak de twee schroeven van het batterij-vak los. Draai de schroeven afwisselend in één richting een
stukje los, zodat het batterij-vak niet kantelt.
2. Til het batterij-vak eruit.
3. Vervang de batterijen. Let op de aangegeven polariteit bij het aanbrengen.
4. Maak het batterij-vak opnieuw dicht en draai de schroeven stevig vast.
5. Wanneer het apparaat is ingeschakeld, wordt eerst het batterijtype gevraagd. Voer het type correct in.
Als het vervangen van de batterij langer duurt dan 120 seconden, moeten de datum en tijd opnieuw worden
ingegeven zodra het apparaat weer wordt ingeschakeld. Alle andere gegevens blijven opgeslagen.
42
(oplaadbare) batterijen bijna leeg
- Symbool batterijcapaciteit knippert
- Akoestisch signaal (eenmaal)
- Het bedieningssignaal verdubbelt
- ca. 15 min resterende gebruiksduur
(oplaadbare) batterijen leeg
- Display zonder weergave behalve het symbool
(oplaadbare) batterijcapaciteit
- Continu akoestisch signaal
- Geen meting meer mogelijk
- Het apparaat wordt vervolgens uitgeschakeld