4.2 Installatie op voetbocht
Pompen voor permanente, verticale opstelling in een
put kunnen worden opgesteld op een stationaire
voetbochtkoppeling.
Zorg ervoor dat de leidingen worden
geïnstalleerd zonder onnodige druk uit te
oefenen. De belasting van de leidingen
mag niet door de pomp worden gedragen.
Gebruik losse flenzen om de opstelling te
vergemakkelijken en om spanning op de
leidingen bij de flenzen te vermijden.
Gebruik geen elastische onderdelen of
balgen voor het aansluiten van de
leidingen.
Bij sommige opstellingen is een voetstuk
vereist onder de voetbocht om een juiste
installatie van de pomp te waarborgen.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien in dat
geval water in de motor kan doordringen.
De geleidestangen mogen geen axiale speling
vertonen aangezien dit lawaai kan veroorzaken
tijdens bedrijf.
Ga als volgt te werk:
1. Boor montagegaten voor de beugel van de
geleidestang binnen in de put en maak de beugel
van de geleidestang met twee schroeven vast.
2. Plaats het voetstuk van de voetbocht op de
bodem van de put. Als de bodem ongelijk is, moet
het voetstuk van de voetbocht worden
ondersteund. Gebruik een schietlood om de juiste
positie te bepalen. Bevestig de voetbocht met
keilbouten.
3. Monteer de persleiding volgens de algemeen
gangbare procedure. Stel de leiding niet bloot aan
vervorming of spanning.
4. Plaats de geleidestangen op het voetstuk van de
automatische koppeling en stel de lengte van de
stangen af op de bevestigingsbeugel aan de
bovenzijde van de put.
5. Schroef de geleidestangbeugel los. Plaats het
klemrubber in de gaten. Maak de
geleidestangbeugel vast binnen in de put. Draai
de bouten in de expansiepluggen aan.
6. Verwijder eventueel puin uit de put voordat u de
pomp erin plaatst.
7. Bevestig de geleideschoen aan de pompuitlaat.
Smeer de pakking van de geleideschoen in met
vet voordat u de pomp in de put laat zakken.
8. Schuif de geleideschoen langs de geleidestangen
en laat de pomp in de put zakken met de ketting
die aan de hijsbeugel is bevestigd. Wanneer de
pomp het voetstuk van de automatische koppeling
bereikt, trekt u de hijsketting enkele malen naar
de geleidestang om eventuele stoffen af te
schudden. Wanneer de ketting niet gespannen is,
verbindt de pomp zich automatisch met de
automatische koppeling.
9. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
stevige haak boven in de put. Houd de ketting
recht maar zorg ervoor dat deze niet onder
spanning staat.
10. Pas de lengte van de voedingskabel aan door
deze op te rollen op een trekontlaster, zodat de
kabel niet beschadigd kan raken tijdens het
functioneren. Zorg ervoor dat de opgerolde kabel
niet in de put kan vallen. Zorg dat de kabels niet
geknikt of afgekneld worden.
11. Sluit de voedingskabel en de stuurstroomkabel
aan, indien aanwezig.
De pomp op het voetstuk van de automatische
koppeling laten zakken
261