Proactieve bescherming inzittenden - Activering/deactivering van de proactie-
■
ve bescherming inzittenden
Vermoeidheidsherkenning - Activering/deactivering van de vermoeidheidsher-
■
kenning
Tractiecontrole (ASR) uitschakelen
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 33 en volg deze op.
›
Op de toets
→ ASR uit drukken - In-/uitschakelen van de deactivering van
CAR
de tractiecontrole (ASR)
Snelheidsbegrenzing voor winterbanden
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 33 en volg deze op.
›
Op de toets
→ Snelheidslimiet voor de winterbanden drukken.
CAR
Snelheidswaarschuwing - In-/uitschakelen van de snelheidswaarschuwing
■
Waarschuwing bij: ... km/h - Instelling van de snelheid voor de waarschuwing
■
Let op
Deze functie kunt u bijvoorbeeld gebruiken bij winterbanden, waarbij de toege-
stane maximumsnelheid lager is dan de maximumsnelheid van de wagen.
Licht
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 33 en volg deze op.
›
Op de toets
→ Licht drukken.
CAR
Light Assist - Instelling van de lichtassistent
■
■
Inschakeltijd - Instelling van de gevoeligheid van de lichtsensor t.o.v. de in-
tensiteit van het omgevingslicht
Vroeg - Hoge gevoeligheid
■
■
Medium - Gemiddelde gevoeligheid
Laat - Geringe gevoeligheid
■
Head Light Assist - In-/uitschakelen van de werking van de grootlichtassis-
■
tent
Automatische rijverlichting (bij regen) - In-/uitschakelen van de automatische
■
rijverlichting bij regen
Dagrijverlichting - Activering/deactivering van de dagrijverlichting
■
■
Comfortknipperen - Activering/deactivering van het comfortknipperen
Reismodus - Instelling van het toeristisch licht
■
Linksrijdend verkeer - Voor linksrijdend verkeer
■
■
Rechtsrijdend verkeer - Voor rechtsrijdend verkeer
Binnenverlichting - Instelling van de binnenverlichting
■
Dashboardverlichting- Instelling van de helderheid van de instrumenten-/
■
schakelaarverlichting
Verlichting voetenruimte - Instelling van de helderheid van de verlichting van
■
de voetenruimte
■
Coming home - Activering/deactivering van de functie en instelling van de ver-
lichtingsduur na het verlaten van de wagen (5-30 seconden)
Leaving home - Activering/deactivering van de functie en instelling van de ver-
■
lichtingsduur na het ontgrendelen van de wagen (5-30 seconden)
Zicht
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 33 en volg deze op.
›
Op de toets
→ Zicht drukken.
CAR
Spiegels - Instelling van de spiegels
■
Synchroon verstellen - Activering/deactivering van het synchroon verstellen
■
van de buitenspiegels
Laten zakken bij achteruitrijden - Activering/deactivering van het laten zak-
■
ken van de buitenspiegel aan bijrijderszijde
Inklappen tijdens parkeren - Activering/deactivering van het inklappen van
■
de spiegels via de radiografische afstandsbediening resp. met behulp van de
sensor in de handgreep (KESSY)
Ruitenwissers - Instelling van de ruitenwissers
■
■
Automatisch wissen bij regen - In-/uitschakelen van het automatisch wissen
van de voorruit bij regen
A. ruitwisser - Activering/deactivering van het automatisch wissen van de
■
achterruit
35
Wagensystemen