Wagensystemen
Wageninstellingen
Inleiding voor het onderwerp
Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen
aanwijzingen.
De instellingen van de wagensystemen kunnen alleen bij ingeschakeld contact
worden uitgevoerd.
Let op
De afzonderlijke systemen worden in het
■
schreven.
Indien de functies van enkele systemen worden uitgeschakeld, worden na het
■
uit- en weer inschakelen van het contact enkele functies, bijvoorbeeld onderde-
len van het ESC-systeem, om veiligheidsredenen automatisch weer ingeschakeld.
» pagina
3, Belangrijke
»
Instructieboekje van de wagen be-
Rijmodus selecteren
33
34
35
35
35
35
Met het menu voor het selecteren van de rijmodus is het mogelijk de wagen op
36
de drie vooringestelde rijprofielen Normaal, Sport, Eco in te stellen. Daarnaast zijn
36
met het rijprofiel Individueel individuele instellingen mogelijk.
36
Indien een andere rijmodus dan Normaal is geselecteerd, brandt in de toets het
37
symbool
» Afbeelding
15.
37
Hoofdmenu oproepen
38
›
Toets
» Afbeelding 15
38
38
Normaal - Inschakelen van de modus Normaal
■
Info - Weergave van de modusinstellingen
■
■
Sport - Inschakelen van de modus Sport
Info - Weergave van de modusinstellingen
■
Eco - Inschakelen van de brandstofbesparende modus
■
■
Info - Weergave van de modusinstellingen
Individueel - Inschakelen van de modus Individueel
■
Instellingen - Individuele instelling
■
■
Stuurinrichting - Instelling van de karakteristiek van de stuurbekrachtiging
Normaal - Normaal
■
Sport - Sportief
■
■
Motor - Instelling van de motor- (aandrijf-)karakteristiek
Normaal - Normaal
■
Sport - Sportief
■
■
Eco - Zuinig
Afbeelding 15
Middenconsole: Toets voor het
selecteren van de rijmodus
indrukken.
33