Stel het beltoonvolume in (van 1 tot 4) of selecteer "DESACTIVE" om
de beltoon uit te schakelen.
Keer terug naar het beginscherm.
Let op: wanneer u een oproep ontvangt, kunt u de toetsen
gebruiken om het beltoonvolume te verhogen of te verlagen.
3-5- Een contactpersoon aan het telefoonboek toevoegen
Ga naar het telefoonboek.
Selecteer "TOEVOEGEN".
"NAAM" verschijnt op het scherm. Voer met behulp van het
ABC
alfanumerieke toetsenbord de naam in van de nieuwe contactpersoon
en druk op OK om te bevestigen.
"NUMMER" verschijnt op het scherm. Voer met behulp van het
123
alfanumerieke toetsenbord het nummer in van de nieuwe
contactpersoon en druk op OK om te bevestigen.
"MELODIE" verschijnt op het scherm. Kies de beltoon die u wenst te
linken aan uw contact. Zodra deze contact u belt, zal deze beltoon
afspelen in plaatst van de algemene beeltoon.
Keer terug naar het beginscherm.
4 – De belangrijkste functies van uw telefoon
4-1- Een gesprek voeren
Normale nummerinvoer:
Neem uw handset op en voer het nummer van de gesprekspartner in.
123
Een nummer voorkiezen:
123
Vorm het nummer van de gesprekspartner en neem vervolgens de
handset op.
Een contactpersoon uit het telefoonboek bellen:
Ga naar het telefoonboek en kies een contactpersoon uit de lijst van
het telefoonboek.
Neem uw handset op.
Wanneer de oproep beëindigd is, haakt u terug in.
4-2- Een gesprek beantwoorden
Pak uw handset en neem op wanneer de telefoon overgaat.
Wanneer de oproep beëindigd is, haakt u terug in.
U kunt de handset ook inhaken door hem gewoon op de basis terug te
plaatsen (raadpleeg het hoofdstuk "Automatisch antwoorden" voor
meer informatie over deze functie.
7