NEDERLANDS
Meet het wiel handmatig op voor het meest nauwkeurige resultaat.
Gebruik het ventiel om het punt te markeren waar het wiel de grond raakt. Trek een lijn op de grond om
dat punt te markeren. Duw op een vlakke ondergrond uw fiets één complete omwenteling van het wiel
vooruit. Het wiel moet loodrecht op de grond staan. Trek een andere lijn op de grond op de plaats waar het
ventiel een volledige omwenteling heeft gemaakt. Meet de afstand tussen beide lijnen.
Bepaal de wielomtrek door daar 4 mm vanaf te trekken vanwege uw gewicht op de fiets. Voer deze waarde
in op de fietscomputer.
Methode 2
Zoek de diameter in inches of in ETRTO die op het wiel is afgedrukt. Vergelijk deze met de wielmaat in
millimeters in de rechterkolom van de tabel.
U kunt de wielmaat ook opvragen bij de fabrikant.
ETRTO
25-559
23-571
35-559
37-622
47-559
20-622
52-559
23-622
25-622
28-622
32-622
42-622
47-622
Wielmaten in de tabel zijn richtwaarden, daar de wielmaat afhankelijk is van het wieltype en de bandenspanning.
Wegens de variatie van de metingen kan Polar niet aansprakelijk worden gesteld.
Snelheid
Stel de Polar snelheidssensor
Als u de snelheidssensor
Kies STOP als uw sensor al geprogrammeerd is.
Zie anders Een nieuwe accessoire gebruiken (pagina 26) voor meer informatie over programmeren.
Trapfrequentie
Stel de Polar trapfrequentiesensor
Als u de trapfrequentiesensor
programmeren?).
22
Instellingen
Wieldiameter (inches)
26 x 1,0
650 x 23C
26 x 1,50
700 x 35C
26 x 1,95
700 x 20C
26 x 2,0
700 x 23C
700 x 25C
700 x 28
700 x 32C
700 x 40C
700 x 47C
(Aan) /
(Uit) in
ON
OFF
(Aan) inschakelt, verschijnt
ON
(Aan) /
(Uit) in
ON
OFF
(Aan) inschakelt, verschijnt
ON
Instelling wielmaat (mm)
(Snelheid instellen).
Speed SET
(Snelheid programmeren?).
Speed TEACH?
(Trapfrequentie instellen).
Cadence SET
Cadence TEACH?
1884
1909
1947
1958
2022
2051
2054
2070
2080
2101
2126
2189
2220
(Trapfrequentie