Flitserfotografi e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe fl itser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt over
een modus voor de afstandsbediening gebruiken voor draadloze fl itserfotografi e. De
camera kan elk van drie groepen van externe fl itsers en de interne fl itser apart aansturen.
Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe fl itsers voor meer informatie.
1
Zet de externe fl itsers in RC-modus en plaats ze zoals u wenst.
• Schakel de externe fl itsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-modus.
• Selecteer een kanaal en groep voor elke externe fl itser.
2
Selecteer [Aan] voor [# RC-modus] in X Opnamemenu 2 (Blz. 114).
• Druk op de knop Q om terug te keren naar de weergave van RC-modus. Druk op
de knop INFO om te schakelen tussen LV superbedieningen of live controles en
de weergave van de RC-modus.
• Selecteer een fl itsstand (merk op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in
de RC-modus).
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in de weergave van de RC-modus.
Groep
• Selecteer de fl itserfunctie
7
en pas de fl itssterkte
afzonderlijk aan voor
elke groep. Voor de
HANDMATIG-functie
selecteert u de fl itssterkte.
Pas de instelling aan
voor de fl itser van de
camera.
4
Druk op de fl itserknop om de fl its open te klappen.
• Nadat u hebt gecontroleerd of de fl itser is opgeladen, maakt u een proefopname.
Bedieningsbereik van de draadloze fl itser
Plaats de draadloze fl itsers met de afstandsbedieningssensor gericht naar de camera.
Op de afbeelding hiernaast wordt het bereik (bij benadering) weergegeven waarbinnen de
fl itsers kunnen worden geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik varieert afhankelijk van de
plaatselijke omstandigheden.
• Het is aan te bevelen één groep van
maximaal drie externe fl itsers te gebruiken.
• Externe fl itsers kunnen niet langer dan
4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of
voor anti-schok-belichtingen.
• Als het motief zich te dicht bij de camera
bevindt, kunnen de stuurfl itsen van de
camerafl itser de belichting beïnvloeden
(dit eff ect kan worden beperkt door
de intensiteit van de camerafl itser te
verminderen met bijvoorbeeld een diff user).
• De bovenste limiet van het synchronisatiemoment van de fl itser is 1/160 sec. wanneer de
fl itser wordt bestuurd via een afstandsbediening.
150 NL
Flitssterkte
A Mode
Uit
250
Flitsregeling
Flitssterkte
Normale fl itser/Super FP-
fl itser
• Selecteer Normaal fl itsen
of Super FP-fl itsen.
Communicatie-lichtniveau
Laag
• Zet de lichtsterkte van
het communicatiesignaal
op [HI] (hoog), [MID]
(medium) of [LO] (laag).
Kanaal
• Zet het
communicatiekanaal op
hetzelfde kanaal dat u op
de fl itser gebruikt.
30°
30°
60°
60°
50°
50°
50°
50°
100°
100°
30°
30°