Op afstand fotograferen met een smartphone
U kunt op afstand fotograferen door de camera met een smartphone te bedienen.
1
Start de OI.Share-app op de smartphone.
2
Start [Apparaatverbinding] op de camera (Blz. 137).
• U kunt ook verbinding maken door op de monitor op
• Als u eerder verbinding hebt gemaakt met de smartphone, start de camera de
verbinding automatisch op.
• w1 wordt weergegeven als het koppelen is voltooid.
3
Tik op de smartphone op [Afstandsbed.] in OI.Share.
4
Tik op de sluiter om een opname te maken.
• De gemaakte foto wordt op de geheugenkaart in de camera opgeslagen.
• De beschikbare fotografeeropties zijn gedeeltelijk beperkt.
Positiegegevens aan afbeeldingen toevoegen
U kunt GPS-tags toevoegen aan foto's die genomen zijn terwijl de GPS-log werd
vastgelegd door de GPS-log van de smartphone over te brengen naar de camera.
1
Start OI.Track op de smartphone voordat u foto's gaat nemen met de camera
om te beginnen met het opslaan van de GPS-log.
• Voordat u een GPS-log voor volgen start, moet u één keer verbinden via OI.Track en
de klok synchroniseren.
• U kunt de telefoon of andere apps gebruiken terwijl de GPS-log wordt vastgelegd.
Sluit OI.Track niet af.
Zodra u bent gestopt met fotograferen met de camera, beëindigt u de
2
tracering in OI.Share.
G
3
Tik op het
-pictogram op het scherm van de camera om verbinding te
maken met de smartphone.
• U kunt ook verbinding maken door [Apparaatverbinding] te selecteren in het
weergavemenu q.
4
Breng de opgeslagen GPS-log met OI.Track over naar de camera.
• De GPS-log wordt gebruikt om locatiegegevens aan foto's toe te voegen die u hebt
gemaakt nadat u OI.Track in stap 1 hebt gestart.
• g wordt weergegeven op beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd.
• Toevoegen van locatiegegevens is alleen mogelijk met smartphones die over een
GPS-functie beschikken.
• U kunt geen positiegegevens toevoegen aan fi lms.
G
te tikken.
5
141
NL