Inhoudsopgave
Advertenties
11. TIPS VOOR HET OPSPOREN VAN GEBREKEN
1. De compressor slaat niet aan
a) Er is geen netspanning
• Controleer de netbeveiliging, druk de automaat eventueel in (als er een smeltveiligheid
defect is, vervang deze dan).
b) De drukschakelaar staat niet aan
• Zet de drukschakelaar aan en wacht 30 seconden. Als de drukschakelaar even
ingeschakeld blijft en de motor vervolgens afslaat, moet bij driefasenstroom de
stroomopname in alle fasen en bij wisselstroom de stroomopname in één fase
gecontroleerd worden.
c) De thermische beveiliging van de motor heeft aangesproken (alleen 1 cil. en 1~)
• Laat de motor afkoelen, voer een mechanische controle van de motor uit, controleer
spanning en stroomopname.
d) De stroomopname is ten opzichte van de nominale stroom te hoog
• Onderspanning: meet de spanning en raadpleeg eventueel een elektricien.
• De condensator is defect (230 V 1~): controleer de condensator en vervang hem zo
nodig.
• Mechanische stroefheid van het aggregaat, de zuiger zit vast
(motorveiligheidsschakelaar spreekt aan): (haal de netsteker uit het stopcontact)
haal het krukkastdeksel van de warmgelopen compressor en draai de beluchtingsrotor;
als dit niet mogelijk is, moet de zuiger of het complete aggregaat vervangen worden.
e) De stroomopname is ten opzichte van de nominale stroom constant
• De motorveiligheidsschakelaar is ingesteld op een te lage waarde (maar 3~): meet de
stroom. Stel de motorveiligheidsschakelaar in op de juiste waarde. (0,2 A hoger dan de
gemeten stroom).
• De motorveiligheidsschakelaar is defect: controleer de schakelaar en vervang hem zo
nodig.
f) De ontluchtingsklep is defect, het aggregaat werkt tegen de druk in (alleen bij
compressoren zonder DRL)
• Controleer of de ontluchtingsklep nadat het aggregaat is afgeslagen, lucht uitblaast.
Zorg ervoor dat de klep weer gemakkelijk open- en dichtgaat of vervang hem.
2. De compressor slaat niet meer af
a) Er is een plaatklep (in- of uitlaatklep) in de cilinderkop defect
• Demonteer de cilinderkop en vervang de defecte klep.
b) Er ontsnapt lucht via de ontluchtingsklep (alleen bij compressoren zonder DRL)
• Controleer de ontluchtingsklep.
c) Er stroomt lucht via de DRL de opvangbak in
• Controleer de stuurkop van de droge-luchtinstallatie.
d) Lekkage in het drukleidingnet
• Open de afsluitklep en zet de leidingen onder druk. Ga met spray na waar het
eventuele lek zit en dicht het af.
e) De compressor is te klein, te grote luchtontname (per unit ca. 50 l/min.)
• Bereken de benodigde luchthoeveelheid en vervang de compressor zo nodig door een
grotere.
f) De compressiemanchet van de zuiger is versleten
• Vervang de compressiemanchet.
16
Advertenties
Inhoudsopgave
