Figuur 25
1. As
2. Vleugel van het mes
3.
Draai de mesbout vast met een torsie van
115-150 N·m.
Ongelijke meshoogte corrigeren
Als maaibanen ongelijk worden gemaaid, moet u dit
als volgt corrigeren:
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Zet de maai-eenheid op de gewenste
maaihoogte, zet de gashendel op L
schakel de motor uit, stel de parkeerrem in
werking en verwijder het sleuteltje.
3.
Controleer de bandendruk van de voor-
en achterbanden van de tractie-eenheid
en pas aan indien nodig; raadpleeg de
Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
4.
Controleer op kromme messen.
5.
Verwijder de kappen van de bovenkant van de
maaidekken.
6.
Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in
de lengterichting liggen.
7.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes.
g004480
3. Antiscalpeerplaat
4. Mesbout
,
ANGZAAM
8.
Draai aan de contramoeren waarmee de
gaffels/kettingen van de maai-eenheid zijn
bevestigd aan de maaier, totdat de maai-eenheid
horizontaal staat
1. Voorste gaffelketting -
maaier
2. Achterste gaffelketting -
maaier
3. Ketting
Grasgeleider vervangen
WAARSCHUWING
Als de uitworpopening niet afgedekt is, kan
de machine voorwerpen uitwerpen naar u
of naar omstanders; dit kan ernstig letsel
veroorzaken. U kunt ook in contact komen
met het mes.
• Gebruik de machine nooit zonder mulchset
of grasgeleider.
• Zorg ervoor dat de grasgeleider omlaag is
gebracht.
22
(Figuur
26).
Figuur 26
4. Gaffel
5. Contramoer
6. Maaier
g325709