7) vastzitten om de achterkant van de
maai-eenheid hoger te zetten, zodat de
schuinstand 8 tot 11 mm is.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Afstelling
Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden ingesteld van 2,5 tot
15,8 cm in stappen van 6 mm door de aanslagpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1.
Laat de motor lopen, druk de hefschakelaar
naar achteren totdat de maai-eenheid volledig
is opgeheven, en laat de schakelaar dan
onmiddellijk los
1. Aanslagpen
2.
Om de maaihoogte in te stellen, moet u de
aanslagpen draaien totdat de stomp ervan
zich op één lijn bevindt met de gleuven in de
openingen in de maaihoogtebeugel, en deze
verwijderen
(Figuur
3.
Kies de opening in de maaihoogtebeugel
die correspondeert met de gewenste
maaihoogtestand, en steek de pen daarin
(Figuur
8).
Opmerking:
(Figuur
8). In de bovenste rij vindt u de
maaihoogte die staat aangegeven boven de
pen. De tweede rij is voor de aangegeven
maaihoogte plus 6 mm. De derde rij is voor
de aangegeven maaihoogte plus 12 mm. De
onderste rij is voor de aangegeven maaihoogte
10
(Figuur
8).
Figuur 8
8).
Er zijn 4 rijen met openingen
g014263