Principeschema – installatie voor verwarming en levering van sanitair water RTQ
VERBRUIKERS
SANITAIR WATER
3
3
4
4
5
5
3
3
12
10
3
15
3
13
b
De installateur is beroepshalve belast met de keuze
en installatie van de componenten van de installa-
tie; hij moet handelen volgens de regels der tech-
niek en in overeenstemming met de geldende
Wetgeving.
b
Installaties gevuld met antivriesvloeistof moeten ver-
plicht zijn uitgerust met waterafsluitkranen.
b
Toevoer-/bijvulwater met een bijzondere samenstel-
ling moet met geschikte systemen behandeld wor-
den. Als referentie kunnen de in de tabel vermelde
waarden aangehouden worden.
TOEVOER
INSTALLATIES
3
5
4
3
3
EAF
6
14
10
3
15
3
EAF
8
AFVOER
RETOUR
INSTALLATIES
3
2
2
3
3
7
6
17 5
3
11
1
AFVOER
REFERENTIEWAARDEN
pH-waarde
Elektrische geleidbaarheid
Chloorionen
Zwavelzuurionen
Totaal ijzergehalte
Alkaliniteit M
Totale hardheid
Zwavelionen
Ammoniakionen
Siliciumionen
115÷2400 3S
1
Verwarmingsketel
2
Verzamelleidingen installatie
3
Schakelkleppen
4
Circulatiepompen installatie
5
Terugslagkleppen
6
Automatische ontluchtingsklep
7
Veiligheidsklep ketel
8
Aftapkraan ketel
9
Veiligheidsklep boiler
10 Vullen installatie
11 Expansievat installatie
r
12 Boiler
7200
13 Aftapkraan boiler
14 Expansievat sanitair water
15 Onthardingsfilter
16 Drukverminderingsklep
17 Condenspomp
6-8
minder dan 200 μS/cm (25°C)
minder dan 50 ppm
minder dan 50 ppm
minder dan 0,3 ppm
minder dan 50 ppm
35° F
geen
geen
minder dan 30 ppm
INSTALLATEUR
27