De ketel start de inschakelprocedure en blijft vervolgens
werken tot de ingestelde temperaturen bereikt zijn.
Latere start- en onderbrekingsfasen verlopen automa-
tisch op grond van de gewenste temperatuur, zonder dat
verder ingrijpen nodig is.
Wanneer er tijdens de inschakeling of werking storingen
optreden voert het toestel "BLOKKERING" uit, hetgeen
gemeld wordt door de rode "lichtknop" op de brander
en het waarschuwingslampje op het bedieningspaneel.
Tijdelijke uitschakeling
Ga als volgt te werk om de installatie voor korte tijd uit
te schakelen:
- De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op 0
"uit" zetten en controleren of het groene lampje dooft.
- De hoofdschakelaar van de installatie op "uit" zetten.
b
Wanneer de buitentemperatuur onder NUL daalt
(vorstgevaar) MAG bovenstaande procedure NIET
opgevolgd worden.
In dat geval:
- De vereiste afstellingen uitvoeren zoals vermeld staat
in de specifieke handleiding van het aangeschafte
bedieningspaneel.
- Controleren of warmteregeling of klokthermostaat
(taten)/omgevingsthermostaat actief is (zijn) of op
"antivries" staat (staan).
b
Wacht na een geval van "BLOKKERING" ongeve-
er 30 seconden alvorens de startcondities weer te
herstellen.
Voor herstel van de startcondities de "lichtknop" op de
brander indrukken en wachten tot de vlam oplaait.
Er mogen maximaal 2-3 pogingen tot reset plaatsvinden,
roep daarna de hulp in van de Technische Klantenservice
r.
TIJDELIJKE UITSCHAKELING
ON
OFF
BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
17