Inhoudsopgave
Advertenties
6:5 De hoek van de voorvorkhouder instellen
De juiste hoekinstelling is belangrijk voor de wendbaarheid van de rolstoel.
-
Schroef de onderste bevestigingsschroef (A) ongeveer 2 slagen los, zodat
het lipje (C) vrij in de as beweegt.
-
Steek de inbussleutel in het gat (B) en draai de inbussleutel totdat de
houder 90° ten opzichte van de vloer staat.
-
Start altijd vanuit een positie waarbij het wiel in voorwaartse richting kan
draaien (D).
Houd de as op zijn plaats terwijl u de onderste bevestigingsschroef
vastdraait.
Gereedschap: 6 mm-inbussleutel (een waterpas kan hierbij handig zijn).
(!)
Kijk terwijl u de hoek instelt naar iets verticaals, bijvoorbeeld een deur-
post of tafelpoot.
6:6 Zithoogte achter
De zithoogte achter hangt af van:
De maat van de achterwielen - 24", 22" of 20".
De positie van de achterwielen, 3 alternatieve hoogtes: A-B-C
Kantelgevaar: controleer altijd de positionering van de antikiep.
(!)
Zie ook punt 13: "Alternatieve zithoogtes/-hoeken".
6:7 Achterwiel met naven met snelkoppeling
De steekas kan worden verplaatst en kan ook in lengte worden versteld. Draai
de moer op de as naar binnen/naar buiten terwijl u de as tegelijkertijd met een
verstelbare moersleutel vasthoudt.
Controleer bij het bevestigen van de achterwielen altijd of ze stevig
vastzitten. De knop in de naaf moet naar buiten springen in de oorspron-
kelijke positie.
6:8 Hoogteaanpassing van de achterwielen
Draai de huls, sluitringen en moeren van de naaf los en monteer ze weer op de
gewenste hoogte. Tegelijkertijd moet u ook op de juiste balans testen; zie punt 9:8.
Gereedschap: 24 mm-dopsleutel
- Controleer of de achterwielen correct zijn gemonteerd; zie punt 6:7.
- Controleer altijd de positionering van de antikiep.
- Stel de remmen altijd af als u de positie van de achterwielen wijzigt.
(!)
Pas ook de hoek van de voorvorkhouder aan.
6 Zitinstellingen
15
B
A
20Nm
C
D
C
B
A
Advertenties
Inhoudsopgave
