De batterij opladen en aanbrengen
1
Batterij opladen.
1
Indicator voor
laadtoestand
Bezig met
opladen
Opladen
voltooid
Oplaadfout
(Laadtijd: tot ca. 4 uur)
• Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
2
Open het klepje van het
batterij-/kaartcompartiment.
3
De batterij plaatsen.
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voordat u het klepje van
het batterij-/kaartcompartiment opent of sluit.
Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de
batterijvergrendelknop in de richting van de pijl,
waarna u de batterij kunt uitnemen.
• Neem contact op met een geautoriseerde verdeler of servicedienst als u de batterij niet
kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook "Batterij en laadapparaat" (Blz. 144) .
14 NL
Richtingsteken (C)
Licht oranje op
Uit
Knippert
Lithium-ionbatterij
oranje
1
3
Indicator voor
laadtoestand
AC-kabel
Klepje van het batterij-/kaartcompartiment
Vergrendelknop van het
batterij-/kaartcompartiment
Richtingsteken
Lithium-
ionlaadapparaat
Stopcontact
2
2
1