U Disp/8/PC
Optie
KControle-inst.
G/Info-instelling
Rasterweergave
Beeldmodusin-
stellingen
Histograminstelling [Licht]: Kies de onderste limiet voor de weergave van lichte
Programmauitleg
LV versterk.
Framesnelheid
Art LV-modus
Kies de regelaars die in elke opnamemodus worden
weergegeven.
Regelaars
Live controle (Blz. 51)
Live SCP (Blz. 50)
Live uitleg (Blz. 32)
Scènemenu
Druk op de knop INFO om de scherminhoud te schakelen.
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop
INFO wordt ingedrukt.
[q Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in schermvullende weergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamemodus bevindt.
[G Instellingen]: Kies de informatie die wordt weergegeven
in de weergaven index, "My Clips" en kalender.
Selecteer [w], [x], [y], [X] of [x] om een raster weer
te geven op de monitor.
Geef enkel het geselecteerde beeldeffect weer wanneer
een beeldeffect is geselecteerd.
partijen.
[Schaduw]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
schaduwpartijen.
Kies [Aan] om een hulp weer te geven voor de
geselecteerde modus als de functieknop naar een nieuwe
instelling wordt gedraaid.
Maak opnames terwijl u het onderwerp zelfs bij weinig licht
controleert.
In de modus
kunt u deze instelling gebruiken bij het
M
fotograferen met Bulb/Time en Live Composiet.
[AAN1]: Prioriteit voor vloeiende weergave.
[AAN2]: Prioriteit voor zichtbaar beeld bij weinig licht.
Hierdoor vertraagt de reactie op knoppen op de camera.
Selecteer [Hoog] om de beeldvertraging te reduceren.
De beeldkwaliteit kan daardoor echter achteruitgaan.
[modus1]: Het fi ltereffect wordt altijd weergegeven.
[modus2]: Wanneer u de ontspanknop half indrukt,
wordt voorrang gegeven aan een vloeiende weergave.
De kwaliteit van het creatieve fi lter kan hierdoor worden
beïnvloed.
Beschrijving
Opnamemodus
P/A/
A
S/M
–
–
–
U
c
MENU
g
Scènemodus
(C4)
124
–
125,
126
—
—
125
24
—
—
—
4
NL
107