Voorbereidingen motor
Lees de meegeleverde handleiding voor gebruik en
onderhoud van de machine.
WAARSCHUWING
Stop de motor en laat afkoelen vooraleer brandstof
toe te voegen.
Rook niet tijdens het toevoegen van brandstof.
Vul de brandstoftank niet te snel en doe hem niet te
vol.
Verwijder gemorste brandstof en wacht tot de
dampen weg zijn vooraleer de motor te starten.
Hou vonken en vlammen uit de buurt van de tank.
Olie
De VANTAGE machines worden a fabriek gevuld met
een hoge kwaliteit SAE 10W-30 olie. Olie die voldoet
aan de classificatie CG-4 of CH-4 voor dieselmotoren.
Controleer het oliepeil alvorens de machine te starten.
Als de olie niet tot aan de max. markering op de peilstok
komt, voeg dan olie bij. Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren
moet het oliepeil om de zoveel uren gecontroleerd
worden. Zie ook de Gebruikshandleiding van de
dieselmotor voor oliespecificaties en
onderhoudsintervallen. De intervallen voor de verversing
van de olie zijn afhankelijk van de kwaliteit van de olie
en de omgeving waarin gewerkt wordt. Raadpleeg de
handleiding van de motor voor meer informatie over de
onderhoudsintervallen.
Brandstof
WAARSCHUWING
GEBRUIK ALLEEN DIESEL BRANDSTOF. Brandstof
laag zwavelgehalte of ultra laag zwavelgehalte in V.S.
en Canada.
Vul de tank met schone en verse brandstof. De inhoud
van de tank:
57 l voor Codes VANTAGE® 500 11299 en lager.
75,7 l voor Codes VANTAGE® 500 hoger dan
11299.
Wanneer de meter aangeeft dat de tank leeg is, zit er
nog ongeveer 7,6 l reserve in.
Let
Op:
Op
het
voorfilter/neerslagfilter
brandstofkraan. die gesloten moet worden als de
machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt.
Koelsysteem
WAARSCHUWING
Koellucht
voor
de
motor
aangezogen en via de radiator en achterzijde weer
uitgeblazen. Het is belangrijk dat de luchtinlaat en
luchtuitlaat niet beperkt wordt. Voorzie een speling van
minstens 0.6m aan de achterzijde en 406mm aan elke
zijde van de basis tot een verticaal oppervlak.
Aansluiting Accu
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met de elektrolytische vloeistof
want het is een krachtig zuur dat brandwonden kan
veroorzaken aan de huid en ogen.
Nederlands
zit
een
wordt
aan
de
zijkant
De VANTAGE machines komen af fabriek met de
massakabel afgekoppeld. Verzeker u ervan dat de RUN-
STOP schakelaar in de STOP positie staat. Verwijder de
twee schroeven van de batterijlade m.b.v. een
schroevendraaier of sleutel van 10mm. Maak de
negatieve batterijkabel vast aan de negatieve
batterijlklem en zet vast met een sleutel van 13mm of
een moersleutel.
Let Op: De machine is voorzien van een "natte" accu.
Indien de machine / accu niet gedurende een langere tijd
gebruikt wordt, kan het nodig zijn deze voor gebruik
extra op te laden. Let bij het laden van de batterij op de
correcte polariteit. (Zie Batterij in "Onderhoud")
Uitgang Uitlaat
Gebruik de bijgeleverde klem om de uitlaatpijp aan de
uitgang te bevestigen en in de gewenste uitblaaspositie
te brengen. Zet vast met een sleutel of moersleutel van
14mm.
Vonkenvanger
Sommige federale, lokale of nationale wetgevingen
bepalen dat benzine- of dieselmotoren uitgerust zijn met
vonkenvangers wanneer ze gebruikt worden op plaatsen
waar vrije vonken brandgevaar kunnen inhouden. De
standaard uitlaat in deze machine is niet gekwalificeerd
als vonkenvanger. Indien een vonkenvanger vereist is
door de lokale wetgevingen, moet een K903-1
vonkenvanger geïnstalleerd en correct in stand
gehouden worden.
WAARSCHUWING
Een verkeerde vonkenvanger kan leiden tot schade aan
de motor of een ongunstige weerslag hebben op de
prestaties.
Afstandsbediening
De Vantage is uitgerust met een connector met 6 pinnen
en 14 pinnen. De 6-pin connector is voor het aansluiten
van de K857-1 afstandbediening of voor bij het TIG-
lassen, de K870 voetbediening of K963-3
handbediening. In de modus CC-STICK, ARC GUTSEN
of CV-WIRE en wanneer er een afstandbediening is
aangesloten op de connector met 6 pinnen, herkent de
machine de afstandbediening en schakelt deze
automatisch over van de Regeling OUTPUT de lasser
naar de afstandbediening.
In de modus DOWNHILL PIPE en wanneer er een
afstandbediening aangesloten is op de connector met 6
of 14 pinnen, stelt men met REGELING OUTPUT de
maximumwaarde in die de AFSTANDSBEDIENING
regelen kan.
Voorbeeld: Wanneer de REGELING OUTPUT op de
lasser ingesteld is op 200 amp zal de stroomwaarde van
de AFSTANDSBEDIENING 40-200 amp bedragen in de
plaats van de volledige 40-300 amp. Elke stroomwaarde
die onder het volle vermogen ligt zal zorgen voor een
fijnere stroomresolutie en een fijnere afstelling van de
output.
Gedurende het DC- TIG Lassen én wanneer er een
afstandbediening aangesloten is, stelt met Regeling
Output de maximum waarde in die de afstandbediening
regelen kan.
7
Nederlands