Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling, Ijking En Werking Van De Brander; Aantekeningen Over De Veiligheid Bij De Eerste Inbedrijfstelling; Regelingen Vóór De Ontsteking (Stookolie); Verstuiver - Riello RLS 68/E MX Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

6

Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander

6.1

Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling

De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol-
gens de uitleg in deze handleiding en conform de
van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
OPGELET
6.2
Regelingen vóór de ontsteking (stookolie)
We raden aan om de brander eerst af te stellen
voor werking met stookolie en vervolgens voor
werking met gas.
OPGELET
Voer de brandstofomschakeling uit als de brander
uitstaat.
Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, is het
raadzaam de verbrandingsgassen aan de uitgang van de ketel te
analyseren. Kijk volgende punten na.
6.2.1

Verstuiver

Raadpleeg de informatie in de paragraaf "Verstuiver" op
pag. 23.
6.3
Werkzaamheden vóór de inbedrijfstelling (gas)
 Controleer of de gasmaatschappij de voedingsleiding ont-
lucht heeft, en de lucht en het inerte gas in de leidingen geë-
limineerd heeft.
 Open de manuele ventielen vóór de gasstraat langzaam.
 Stel de minimumgasdrukschakelaar af op het schaalbegin.
 Stel de maximumgasdrukschakelaar af op het schaaleinde.
 Stel de luchtdrukschakelaar af op het schaalbegin.
 Regel de drukschakelaar voor de dichtingscontrole (Kit
PVP), indien aanwezig, volgens de aanwijzingen die bij de
Kit zelf worden geleverd.
 Controleer de druk van de gastoevoer. Sluit daarvoor een
manometer aan op het drukafnamepunt 1)(Fig. 38) van de
minimumgasdrukschakelaar: hij moet minder bedragen dan
de toegestane maximumdruk van de gasstraat die op het
plaatje met de karakteristieken staat.
Een te hoge gasdruk kan de bestanddelen van
de gasstraat beschadigen en gevaar op ont-
ploffing veroorzaken.
GEVAAR
 Ontlucht de leiding van de gasstraat. Sluit daarvoor een
plastic leiding aan op het drukafnamepunt 1)(Fig. 38) van de
minimum gasdrukschakelaar. 
Leg de ontluchtingsleiding buiten het gebouw tot u de geur
van gas waarneemt.
 Sluit in een parallelschakeling met de twee elektromagneti-
sche gaskleppen twee lampjes of een tester aan om het
juiste moment te zien waarop ze onder spanning komen. 
Deze handeling is niet nodig als beide elektromagnetische
kleppen voorzien zijn van een controlelampje dat de elektri-
sche spanning aangeeft.
20121293
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Controleer of de mechanismen voor regeling, be-
diening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET
Voordat de brander wordt ingeschakeld, wordt
verwezen naar paragraaf "Veiligheidstest -
con met gastoevoer gesloten" op pag. 54.
OPGELET
6.2.2

Branderkop

De regeling van de kop, al uitgevoerd op pag. 25, behoeft geen
wijzigingen als het debiet van de brander in de tweede vlamgang
niet veranderd wordt.
6.2.3

Pompdruk

Draai, om de pompdruk te veranderen, aan de schroef
5)(Afb. 30 op pag. 28).
6.2.4

Luchtklep ventilator

Voor de eerste ontsteking moet de regeling behouden worden
die uitgevoerd werd in de fabriek, zowel voor de 1ste als voor de
2de vlamgang.
Voordat de brander wordt aangeschakeld,
wordt aanbevolen de gasstraat zodanig af te
stellen dat de ontsteking plaatsvindt in opti-
male veiligheidsomstandigheden en dus met
OPGELET
een zeer zwak gasdebiet.
20126841
32
NL
1
Fig. 38

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rls 120/e mx2007391520073918

Inhoudsopgave