•
Controleer of de zaagbladgroef schoon is. Maak schoon
indien nodig.
•
Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel draait
en of de smeeropening van het neuswiel open is. Maak
schoon en smeer indien nodig.
Als de kettingsmering niet werkt na de bovenstaande
controles en de bijbehorende maatregelen, moet u de
motorkettingzaag naar uw servicewerkplaats brengen.
Neuswiel van het zaagblad smeren
Het neuswiel van het zaagblad moet bij elke tankbeurt
gesmeerd worden. Gebruik een hiervoor bedoelde
smeerspuit en lagervet van goede kwaliteit.
Naaldlager smeren
De koppelingtrommel is voorzien van één van de volgende
kettingaandrijftandwielen:
A Spur-aandrijftandwiel (kettingaandrijftandwiel
vastgesoldeerd op de trommel)
B Rim-aandrijftandwiel (vervangbaar)
Beide types hebben een naaldlager bij de uitgaande as dat
regelmatig gesmeerd moeten worden (1 keer per week).
N.B.! Gebruik lagervet van goede kwaliteit of motorolie.
14 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Slijtagecontrole van de snijuitrusting
Controleer de ketting dagelijks:
•
Of er zichtbare barsten in klinken en schakels zijn.
•
Of de ketting stijf is.
•
Of klinken en schakels abnormaal versleten zijn.
We raden aan een nieuwe zaagketting te gebruiken om de
slijtage van de ketting die u gebruikt te controleren.
Wanneer de lengte van de snijtanden slechts 4 mm bedraagt,
is de ketting versleten en moet ze vervangen worden.
Kettingaandrijftandwiel
De koppelingtrommel is voorzien van één van de volgende
kettingaandrijftandwielen:
A Spur-aandrijftandwiel (kettingaandrijftandwiel
vastgesoldeerd op de trommel)
B Rim-aandrijftandwiel (vervangbaar)
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het
kettingaandrijf-tandwiel. Vervang het als het abnormaal
versleten is. Het kettingaandrijf-tandwiel moet vervangen
worden telkens men de ketting vervangt.
Zaagblad
Controleer regelmatig:
•
Of er braam zit op de buitenzijden van het zaagblad. Vijl
weg indien nodig.
•
Of de zaagbladgroef abnormaal versleten is. Vervang het
zaagblad indien nodig.