2 De Veiligheidsvoorschriften
2.1 Montage en
reparatie
2.2 Wijzigingen
2.3 Opstellingsruimte
• Controleer of het toestel geschikt is
voor de juiste gassoort en netspan-
ning ter plaatse.
• De installatie-, afregel- en reparatie-
werkzaamheden mogen uit veilig-
heidsoverweging alleen door een
erkend installatiebedrijf uitgevoerd
worden.
• Om het optimaal functioneren van
het Vaillant toestel voor langere tijd
te garanderen en om de toegelaten
uitvoering van het toestel niet te wij-
zigen, mogen bij onderhoud en
reparatie alleen originele Vaillant
onderdelen toegepast worden.
Wijzig zelf niets aan of in:
• het toestel;
• de toevoerleidingen voor gas,
water en elektriciteit;
• de CV-installatie;
• de verbrandingsluchttoevoer;
• de verbrandingsgasafvoer;
• bouwkundige voorzieningen in de
nabijheid van het toestel die de
werking van het toestel nadelig kun-
nen beïnvloeden.
• Installeer het toestel bij voorkeur in
een vorstvrije ruimte.
• Zorg voor voldoende ventilatie in
een kleine opstellingsruimte zoals
kasten e.d.
• Hang geen kleding of dergelijke
voor de ventilatieopeningen.
• Gebruik geen licht ontvlambare
stoffen in de nabijheid van het toe-
stel.
• Plaats geen andere voorwerpen of
toestellen in de opstellingsruimte
die de werking nadelig beïnvloe-
den.
• Gebruik geen spuitbussen, oplos-
middelen, chloorhoudende reini-
gingsmiddelen, verf of lijm in de
nabijheid van het toestel.
• Sluit bij werkzaamheden aan het
toestel altijd de gas- en waterstop-
kraan.
• Maak bij werkzaamheden aan het
toestel het toestel altijd spannings-
loos.
• Trek nooit de stekker aan het snoer
uit de contactdoos.
9