3.6 Kamerthermostaten
Klokthermostaten
3.7 Weersafhanklijke
regeling
3.8 Elektra
De VC/VCW 255 E heeft de
mogelijkheid om de Vaillant module-
rende kamer/klokthermostaten aan te
sluiten, hiervoor bevinden zich in de
aansluitkast de klemmen 7, 8 en 9.
Voor aan/uitschakelende kamer/klok-
thermostaten staan de klemmen 3, 4
en 5 ter beschikking. Als de Vaillant
VRT-2D wordt toegepast, moet de bij
de VRT-2D geleverde weerstand van
750 ohm niet gemonteerd worden. De
aan/uit kamerthermostaatingang (3, 4
en 5) van de VC/VCW 255 E kan
met een weerstand van 220 ohm 5
Watt geschikt gemaakt worden voor
24V~ en 120 mA. Het warmteversnel-
lingselement van de aan/uit kamer-
Als optie kan in de VC/VCW 255 E
de Vaillant modulerende weersafhan-
kelijke regeling art. nr. 300858 inge-
bouwd worden. Deze regeling bestaat
uit een centrale regelunit met schakel-
klok met weekprogramma en een bui-
tenvoeler. Zonodig kan de regeling
uitgebreid worden met een afstandbe-
De VC/VCW 255 E is voorzien van
een netsnoer met randaarde stekker.
Sluit het toestel aan op een wand-
contactdoos met randaarde. Het is
toegestaan het toestel in een badka-
mer te installeren in zone 2, dat wil
zeggen binnen 60 cm verwijdert rond
het bad of douchebak.
De elektrische installatie moet voldoen
aan de NEN 1010 (Veiligheidsbepa-
lingen voor laagspanninginstallaties).
thermostaat moet ingesteld worden op
0,12 A. Sluit bovengenoemde weer-
stand aan op de klemmenstrook
(klem 4 en 5 ) van het toestel. Sluit de
kamerthermostaat aan op de klemmen
3 en 4. Voor niet batterij gevoede
klokthermostaten is 24V 2VA ter
beschikking tussen de klemmen 3 en
5. In de ruimte waar de kamer/klok-
thermostaat geplaatst is moeten de
radiatorkranen geheel geopend zijn
en blijven. Afhankelijk van het type
kamer/klokthermostaat dient de
pompbedrijfskeuze ingesteld te wor-
den. Zie hiervoor hoofdstuk 4.1 Pomp-
bedrijfskeuze.
diening. Indien een niet Vaillant
weersafhankelijke aan/uit regeling
toegepast moet worden kan deze aan-
gesloten op de klemmen 3 en 4. Deze
regeling kan echter niet ingebouwd
worden. Raadpleeg hiervoor de instal-
latieinstructie van de weersaf-
hankelijke regeling.
13