4 Het instellen
4.1 Pompbedrijfskeuze
Fig. 6
Afhankelijk van het type kamer/klok-
thermostaat dient de juiste pompbe-
drijfskeuze ingesteld te worden. De
instelling moet met de diagnosefunctie
als volgt uitgevoerd worden:
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de keuzemogelijkheid:
Displayaan-
Bedrijfskeuze
wijzing
instelling
2
II
1 of 3
I of III
5
S
14
• Druk beide toetsen (2 en 3) onder
het displayvenster gelijktijdig in,
hiermee wordt de diagnosefunctie
"dxx" opgeroepen.
• Druk op de linker toets (3) todat in
het displayvenster "d01" verschijnt.
• Druk op de rechter toets (2), in het
displayvenster verschijnt de actuele
pompbedrijfsinstelling.
Type toegepaste regeling
aan/uitregeling aangesloten op klemmen
3, 4 of 3, 4 en 5.
moulerende regeling van Vaillant aange-
sloten op klemmen 7, 8 en 9
wordt aanbevolen bij weersafhakelijke
regelingen en installaties met radiator-
thermostaatventielen
aan/uitregeling aangesloten op klemmen
3, 4 of 3, 4 en 5.
moulerende regeling van Vaillant aange-
sloten op klemmen 7, 8 en 9
• Druk op de linker toets (3) om de
actuele instelling te wijzigen in de
gewenste instelling.
• Druk op de rechter toets (2) todat
de nieuwe instelling niet meer knip-
pert in het displayvenster.
• Druk op beide toetsen (2 en 3) om
uit de diagnosefunctie te gaan en
weer in normaal bedrijf te komen.
Pompbedrijf
Pomp schakelt in bij warmtevraag van
de elektronische regelaar en
stopt 20 sec. na de laatste warmtevraag
Pomp schakelt in bij inschakelen van de
netschakelaar en draait continu
Pomp schakelt in bij warmtevraag van
de elektronische regelaar en
stopt 5 min. na de laatste warmtevraag