Dit onderdeel wordt gebruikt om de slangen te
monteren en om te bepalen of verleng- of draaiblokken
nodig zijn. Deze informatie helpt om het dieptebereik
van de beluchter te bepalen.
1.
Bevestig het uiteinde van de schakel aan de
tractor met behulp van de pennen die bij de
tractor zijn geleverd
hydraulische bovenste schakel zo, dat het
uiteinde met de stang in de richting van de
beluchter wijst. De cilinderpoorten moeten
naar de het hydraulische hulpaggregaat van de
tractor wijzen.
Opmerking:
Als de hydraulische cilinder
moet worden geplaatst met de poorten naar
boven gericht, gebruik dan het draaiblok in
plaats van het standaard montageblok om de
cilinder te herplaatsen
van het draaiblok kan een hydraulische fitting
van 90 graden worden gebruikt (fittings niet
meegeleverd).
Monteer het draaiblok als volgt:
A.
Verwijder de borgpen en pen waarmee het
standaard verbindingsstuk aan de cilinder
is bevestigd
verbindingsstuk van de cilinder.
B.
Monteer het draaiblok op de cilinder met de
pennen die u eerder hebt verwijderd
5).
1. Koppelpen van beluchter
2. Hydraulische bovenste
schakel
3. Draaiblok
4. Verbindingsstuk
5. Verlengblok van 8 cm
6. Verlengblok van 13 cm
(Figuur
5). Plaats de
(Figuur
5). In plaats
(Figuur
5). Verwijder het
Figuur 5
7. Koppelpen tractor
8. Gaffelpen en lynchpen
9. Hydraulische slang van
76 cm
10. Hydraulische slang van
107 cm
11. Snelkoppelingen slang
12. Hydraulische poorten van
de tractor
2.
Sluit de hydraulische slang van 106 cm aan op
de poort van de bovenste hydraulische schakel
die zich het dichtst bij de beluchter bevindt
Figuur
afdichtingsmiddel aan op de draaduiteinden van
de slangen om lekken te voorkomen.
3.
Sluit de hydraulische slang van 76 cm aan
op de poort van de bovenste hydraulische
schakel die zich het dichtst bij de tractor bevindt
(Figuur
of afdichtingsmiddel aan op de draaduiteinden
van de slangen om lekken te voorkomen.
4.
Monteer snelkoppelingen op de hydraulische
slangen (draaduiteinde slang maat 1/2–14
NPTF). Breng schroefdraadafdichtingstape of
afdichtingsmiddel aan op de draaduiteinden van
de slangen om lekken te voorkomen.
5.
Sluit de twee hydraulische slangen met
snelkoppelingen aan op de poorten van de
tractor.
6.
Start de motor van de tractor en bedien de
spoelklep van de tractor om het in- en uittrekken
van de hydraulische bovenste schakel te
controleren.
Opmerking:
de tractor als deze niet overeenkomen met de
(Figuur
tractorbediening.
7.
Bevestig het uiteinde met de stang van de
hydraulische bovenste schakel zo ver mogelijk
vooraan in een opening van de beugel van
de beluchter met de draaipen en de lynchpen
(Figuur 6
g010840
9
5. Breng schroefdraadafdichtingstape of
5). Breng schroefdraadafdichtingstape
Keer de slangkoppelingen om bij
of
Figuur
7).