Er zijn extra verwarmingsfuncties
beschikbaar in het submenu: Kook- En
Bakassistent. Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik', Kook- En Bakassistent.
Zie voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparingtips.
6.2 Instellen: Verwarmingsfuncties
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur in te stellen.
3. Druk op
.
Snel opwarmen - houd ingedrukt om de
verwarmingstijd te verkorten. Het is alleen
beschikbaar voor een aantal
verwarmingsfuncties. De ventilator kan
automatisch worden ingeschakeld.
6.3 Instellen: Magnetronfuncties
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats de glazen bodemplaat van de
magnetron.
3. Plaats het voedsel in het apparaat.
4. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de
magnetronfunctie te selecteren.
Het display toont: duur en
magnetronvermogen.
5. Druk op
om te beginnen met de
standaardinstellingen.
6. Draai aan de regelknop om de duur aan
te passen. Druk op
7. Druk op
regelknop om het magnetronvermogen te
wijzigen. Druk op
Je kunt de instellingen tijdens het koken
aanpassen.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is
afhankelijk van het door jou ingestelde
magnetronvermogen:
Magnetronvermogen
(W)
100 - 600
12
NEDERLANDS
.
en draai aan de
.
Maximumtijd (min)
59:55
Magnetronvermogen
(W)
> 600
Als je de deur opent, stopt de functie. Om
de functie opnieuw te starten, sluit de
deur. Druk op
.
6.4 Instellen:
Combimagnetronfuncties
De combifuncties van de magnetron
combineren standaard verwarmingsfuncties
met een magnetronboost om de kooktijd te
verkorten en de kookresultaten te verbeteren.
1. Verwijder alle accessoires uit de oven.
2. Plaats de glazen bodemplaat van de
magnetron.
3. Plaats het voedsel in het apparaat.
4. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om de
magnetronfunctie te selecteren .
Op het display verschijnt: temperatuur en
magnetronvermogen.
5. Druk op
om te beginnen met de
standaardinstellingen.
6. Draai aan de regelknop om de
temperatuur aan te passen. Druk op
7. Druk op
regelknop om het magnetronvermogen te
wijzigen. Druk op
Je kunt de instellingen tijdens het koken
aanpassen.
6.5 Invoeren: Menu
Open het menu voor toegang tot extra
verwarmingsfuncties, Kookassistentie-
gerechten en instellingen.
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om
Op het display verschijnt
2. Draai aan de bedieningsknop en
selecteer het pictogram om het submenu
te openen. Druk op
Maximumtijd (min)
7
en draai aan de
.
.
,
.
.
.