Fax-/datacommunicatie met een pc
82
f
Instellingen
§Menu§
Data-uitwisseling
Fax/Data
U kunt met uw toestel en een aan-
gesloten pc faxen (Klasse 2) en
gegevens verzenden en ontvangen.
Op de pc moet geschikte software
voor data-/faxcommunicatie aanwe-
zig zijn en een verbinding (bijv. IrDA,
pagina 76) met het toestel tot stand
zijn gebracht.
Het gebruik van fax- en datadiensten
moet voor u door de netwerkaanbie-
der zijn vrijgegeven. Er bestaan ver-
schillende manieren om faxen en
gegevens te ontvangen, afhankelijk
van het netwerk. Raadpleeg hierover
uw netwerkaanbieder.
Fax/Data
U hebt van uw netwerkaanbieder
een nummer voor telefoonverkeer
en een nummer voor fax/dataver-
keer ontvangen.
Verzenden
Start het communicatieprogramma
van de pc en voer daar het gewenste
bestemmingstelefoonnummer in.
Ontvangen
De oproep wordt met een speciaal
belsignaal gesignaleerd en op het
display van het toestel wordt het
type (fax of data) weergegeven.
Start het communicatieprogramma
op de pc om de fax of de gegevens
te ontvangen.
f
f
~
Spraak/fax
Verzenden
f
§Menu§
Instellingen
Data-uitwisseling
Fax/Data
Stel deze functie vóór het verzen-
den in op het toestel om van de
spraakinstelling over te stappen op
de faxinstelling.
Tijdens de totstandbrenging van de
verbinding wordt 2 seconden de vol-
gende displaytoets aangeboden.
§Spr./fax§
De modus
wordt geactiveerd.
U kunt nu een fax verzen-
den.
Ontvangen
(Alleen als geen speciaal fax- of
datanummer beschikbaar is)
Start het gewenste communicatie-
programma op de pc en schakel de
functie tijdens het gesprek op het
toestel in (de pc neemt de verbin-
ding over).
f
§Menu§
Instellingen
Data-uitwisseling
Fax/Data
Transmissie beëindigen
De transmissie via de pc-software
beëindigen en/of
f
f
f
Spr./fax verz.
Spr./fax verz.
f
f
f
Spr/fax ontv.
S
indrukken.