De functie wordt geactiveerd als de datamanager uitvalt of de Solar Net-verbind-
ing wordt onderbroken. Het signaal wordt in dit geval niet naar de secundaire om-
vormers verzonden. Alle apparaten schakelen uit en hebben de status 710.
Voor een juiste werking van de Fail-Safe-functie moet aan de volgende voor-
waarden worden voldaan:
-
-
Juiste bedrading
Werking als een fout optreedt
Er treden fouten op aan het begin en einde van de Solar Net-ring, de primaire
omvormer stopt met het verzenden van het signaal, de secundaire omvormers
schakelen uit en hebben de status 710.
122
Bij alle omvormers in de Solar Net-ring moet
en
Fail-Safe Behaviour
De omvormer met de datamanager moet zich op de laatste plek in de
ringleiding bevinden.
T
710
Fault 1
T
Fail-Safe Mode
op
Disconnect
zijn ingesteld.
710
710
op
Permanent
T
710
Fault 2
T